Koopzondag
De Eerste Kamer boog zich afgelopen dinsdag over de wetsaanscherping omtrent koopzondagen. Dat dit voorstel morgen hoogstwaarschijnlijk zal worden aangenomen, is in ieder geval niet te danken aan senator Koffeman van de Partij voor de Dieren. Want hoewel zijn partij niets opheeft met de ongebreidelde 24 uurseconomie, heeft ze een nóg grotere hekel aan „een overheid die bepaalt op welke dag burgers tot rust moeten komen”, sprak hij ferm. Zó ferm dat het CDA-senator Terpstra opviel dat in het betoog van Koffeman de relatie met dierenwelzijn compleet ontbrak. „Voor het eerst, bij mijn weten. Normaal ziet u kans om die link bij ieder onderwerp, of het nu kernenergie is of de AOW, te leggen.” Was de relatie er überhaupt wel bij dit dossier, vroeg Terpstra zich af?
Waarop Koffeman antwoordde dat het „voor dieren niet zo heel veel uitmaakt of ze, als ze in plakjes zijn gesneden, op zaterdag, zondag of maandag worden verkocht. Het liefst worden ze helemaal niet in plakjes gesneden.”
Terpstra kreeg later op de avond nog wel een koekje van eigen deeg. Koffeman had er tijdens de schorsing de Bijbelse Tien Geboden, „de oudst bekende arbeidstijden- en winkeltijdenwet”, eens op nageslagen en het was hem opgevallen dat in het gebod van de wekelijkse rustdag de dieren –„noch uw os, noch uw ezel, noch enig van uw vee”– een prominente plaats innemen. Koffeman: „Merkwaardig toch dat de auteur van deze wet kennelijk heel wat meer aandacht voor dieren heeft dan de partij van de heer Terpstra vandaag de dag.”
MtB
Oekaze-Kok
Elke rijksambtenaar weet wat ermee bedoeld wordt: de “oekaze-Kok”. In 1998 stelde PvdA-premier Kok een strenge richtlijn op voor contacten tussen ambtenaren en Kamerleden. Korte samenvatting: ambtenaren mogen individueel geen mondelinge of schriftelijke informatie verstrekken aan parlementariërs, tenzij na toestemming van hun minister.
De bedoeling was duidelijk: het kabinet wilde controle blijven houden over de informatieverstrekking aan het parlement en wilde niet verrast worden door een oppositielid dat onverwacht met, al dan niet geheime, departementale rapporten stond te zwaaien.
Het effect van de oekaze was groot: sindsdien zijn ambtenaren bijzonder huiverig voor onderonsjes met Kamerleden. Misschien wel té huiverig.
Premier Rutte leek vorige week, tijdens het debat over de begroting van Algemene Zaken, enige versoepeling te bepleiten. „Ik ben voor een ontspannen contact tussen ambtenaren en de Tweede Kamer”, zei hij tot veler verrassing.
Een omslag in beleid? „Niet meteen”, zegt Guido Enthoven, die eind januari in Tilburg op deze thematiek promoveert. „Rutte gaf aan amper op de hoogte te zijn van de oekaze. Het leek van hem meer een gevoelsuiting dan een volledig doordacht standpunt. Anderzijds: dit biedt de Kamer wel een opening om de vaak als knellend ervaren oekaze ter discussie te stellen. Denk je eens in: 150 Kamerleden en zo’n 100.000 ambtenaren zijn dagelijks met ongeveer dezelfde thema’s bezig, maar mogen niet gewoon informatie uitwisselen. Dat is toch zeer frustrerend?”
Sneller dan het licht
De VOS/ABB, de vereniging van openbare en algemeen toegankelijke scholen, organiseerde vorige week donderdag een Lagerhuisdebat over de mogelijke invoering van een acceptatieplicht in het bijzonder onderwijs.
Het beloofde een spannende discussie te worden, want de fervente initiatiefnemers van deze drastische inperking van de vrijheid van onderwijs zouden het debat aangaan met de tegenstanders.
De voorstanders zijn de fracties van PvdA, SP, GroenLinks, en D66. Zij zouden Kamerleden naar Woerden afvaardigen.
De tegenstanders zouden vertegenwoordigd zijn door diverse afgevaardigden van het bijzonder onderwijs, onder wie mensen van het protestants-christelijk, rooms-katholiek en reformatorisch onderwijs.
Laatstgenoemden waren allemaal aanwezig, maar van de politici was alleen het PvdA-Kamerlid Çelik komen opdagen. Hij verdedigde de stelling dat ouders het recht hebben op een plaats voor hun kind op welke school dan ook. „Een inkoppertje”, noemde de PvdA’er de stelling, om vervolgens niet meer deel te nemen aan de discussie.
Tijdens een pauze wist Çelik niet hoe snel hij weg moest komen. „Sneller dan het licht”, aldus een van de aanwezigen.
Overigens ging het debat niet alleen over de acceptatieplicht. Slechts de eerste van de vijf stellingen ging daarover. VGS-medewerker Vonk moest bijvoorbeeld de ongenunanceerde stelling verdedigen dat ouders recht hebben op homovrije scholen.
De zaal luisterde gespitst toen hulpbisschop De Jong van Roermond de aanwezigen vroeg naar het mensbeeld van de openbare scholen en vanuit welke visie zij het actief pluralisme willen bevorderen. Toen bleef het heel stil.
Agenda
De Tweede Kamer debatteert deze week over de begroting van het ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie. Dinsdagmiddag start de eerste termijn van de Kamer en woensdagmiddag vanaf vier uur volgt de afhandeling. Ook bespreekt de Kamer deze week de begroting van Veiligheid en Justitie. Daarvoor zijn de woensdag tot vier uur en de donderdagmiddag gereserveerd.
Hoogstwaarschijnlijk komt er deze week ook een spoeddebat over de onjuiste informatievoorziening aan de Kamer over de mogelijke belastingopbrengsten van het wereldkampioenschap voetbal.
Uitspraak van de week
„Het is echt een mythe dat alleen vrouwen kunnen multi-tasken.”
Minister De Jager van Financiën verdedigt zich als hij in een Kamerdebat wordt aangesproken op het mailen met zijn telefoon.