Dat is zaterdag besloten op een bijeenkomst in Lissabon, in de marge van een NAVO-top. De alliantie leidt in Afghanistan de internationale troepenmacht ISAF, waarvan ook Nederland deel uitmaakt. „Het Afghaanse volk wordt weer heer in eigen huis”, aldus NAVO-secretaris-generaal Anders Fogh Rasmussen.

Om de overgang mogelijk te maken, gaat de ISAF versterkt Afghaanse veiligheidskrachten trainen. De NAVO hoopt dat ook Nederland zijn steentje aan de trainingsmissie gaat bijdragen.

Als eind 2014 de overdracht aan de Afghaanse strijdkrachten en politie is afgerond, betekent dat niet dat de internationale troepen zich allemaal hebben teruggetrokken. „We blijven zolang als nodig is om onze taak te voltooien en om steun te verlenen”, benadrukte NAVO-topman Rasmussen. Hij wil geen „veiligheidsvacuüm” laten ontstaan, waardoor de radicaalislamitische Taliban weer de macht zouden kunnen grijpen.

Rasmussen noemde de trainingsmissie cruciaal voor het slagen van de overgang. Hij begroette daarom het besluit van Canada, dat in 2012 zijn strijdtroepen terugtrekt, om mee te doen aan de opleidingsmissie voor Afghaanse militairen en agenten. Opnieuw noemde hij het land een voorbeeld voor anderen, daarmee verwijzend naar bijvoorbeeld Nederland dat zijn soldaten uit Uruzgan terugtrekt en nu nadenkt over deelname aan de trainingsmissie.

Volgens de NAVO-topman verloopt de training van de veiligheidskrachten naar wens. „We liggen voor op schema”. Inmiddels beschikken de Afghanen over 260.000 militairen en agenten. Volgend jaar moet de 300.000 zijn gehaald.

Aan de top in Lissabon deden ook de Afghaanse president Hamid Karzai en VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon mee. De volgende Afghanistanconferentie vindt in november 2011 in Bonn plaats, tien jaar na het begin van de buitenlandse missie om de Taliban te verdrijven.

Ban benadrukte de noodzaak van stabiliteit in Afghanistan, voordat de internationale troepen zich kunnen terugtrekken. „We moeten ons laten leiden door de realiteit, niet door schema’s.”