Bewaar het Pand
De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken besloot onlangs deel te nemen aan de nationale synode in Dordrecht. In het blad Bewaar het Pand plaatst de christelijke gereformeerde emeritus predikant ds. P. Roos kanttekeningen bij dat besluit. „Hoe zal de verwerping der dwalingen er anno 2010 uitzien?”
„Gaat u dan zelf eens na. We hebben een heel erg bekend belijdenisgeschrift, namelijk het Apostolicum. Simpeler en eenvoudiger dat het credo van ”Dordrecht II”. Zelfs de Rooms-Katholieke Kerk erkent de Twaalf Artikelen. In dat licht was het nu een echt aansluiten bij de geschiedenis geweest als men heel gewoon deze artikelen had overgenomen. Hiermee te maken kan hebben dat men actueel wilde belijden, maar bij vergelijking kunt u niet zeggen dat deze moderne vertolking duidelijker is; deze is wel meer aangepast bij het apostolaatsdenken, dat onze eeuw kenmerkt.
De deelnemers aan deze kerkvergadering willen ongetwijfeld belijden in gemeenschap met de kerk van alle tijden. Maar dan moeten we opmerken en vragen waarom enkele wezenlijke zaken niet ter sprake komen, zoals de maagdelijke geboorte, de uitdrukkelijke vermelding van Jezus als God uit God en Licht uit Licht, alsook de hemelvaart. De gedachte van de algemene verzoening ontbreekt niet. Wie namen als van Ritschl enzovoort kent, ziet dan wel rood licht opflitsen dat ons wil waarschuwen. (…).
De opstelling van dit plan lijkt mooi. Men wil in dezelfde lijn gaan als de synode 1618/1619. Dat blijkt uit veel. Men noemt het plan „een startschot voor de organisatie van een tweede nationale synode van Nederland.” Maar ieder beseft dat de synode 1618 een totaal ander gezelschap was. De afbeelding is bekend dat de remonstranten als geciteerden (gedagvaarden!) werden opgeroepen. Hier zitten de remonstranten inmiddels aan de moderamentafel en in de bankjes. (…)
Ten slotte: in Dordt heeft men niet alleen de leer voluit beleden, maar ook de dwalingen verworpen. Hoe zal de verwerping der dwalingen er anno 2010 uitzien?”
Daadkracht
Is religie van invloed op de bijdrage die managers leveren aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), en zo ja, hoe dan? Corrie Mazereeuw-van der Duijn Schouten promoveerde op 5 november in Tilburg op een proefschrift waarin ze dit onderzocht. In het Woord & Daadblad Daadkracht schrijft ze erover.
„Uit mijn onderzoek komt naar voren dat religie van invloed is, zowel op de reden waarom managers bijdragen aan MVO, alsook op de concrete invulling die ze aan MVO geven. Managers met een behoudend christelijke levensovertuiging hebben voornamelijk altruïstische overwegingen om bij te dragen aan MVO. Vanuit onbaatzuchtigheid willen zij in hun bedrijfsvoering meer doen dan alleen maar zo veel mogelijk winst maken. Managers met andere levensbeschouwelijke achtergronden hebben voornamelijk financiële overwegingen om bij te dragen aan MVO. Het is inmiddels algemeen bekend dat bijdragen aan MVO goed is voor de winstgevendheid van de organisatie, bijvoorbeeld dankzij de reputatiewinst die dit oplevert. Ook als het gaat om de concrete bijdrage die men levert aan MVO, maakt religie verschil. (…)
Wat mij in de uitkomsten echter heeft verbaasd, is dat christelijke managers niet aanzienlijk meer dan andere managers bijdragen aan MVO ten aanzien van interne belanghebbenden. En dat brengt me terug bij de identiteit van Woord en Daad.
Ongetwijfeld maakt de christelijke identiteit van Woord en Daad verschil in de ontwikkelingshulp die zij verleent. Het maakt nogal verschil of je een mens alleen wilt helpen om een bestaan hier en nu op te bouwen, of dat je ook oog hebt voor het geestelijke welzijn van je naaste ver weg. Maar het mag toch niet zo zijn dat, terwijl Woord en Daad namens vele christelijke managers zorg aan de verre naaste verleent, zij geen buitensporige goede zorg aan haar eigen werknemers zou verlenen? En evengoed zult u als betrokken ondernemer bij Woord en Daad toch niet alleen oog hebben voor uw verre naaste terwijl uw eigen personeelsleden nauwelijks merken dat u christen bent?”