NAVO maakt zich in Lissabon op voor nieuwe tijd
LISSABON – De regeringsleiders van de 28 NAVO-lidstaten steken vrijdag en zaterdag in de Portugese hoofdstad Lissabon de hoofden bij elkaar om zich voor te bereiden op het tweede decennium van de 21e eeuw. Het nieuwe strategische document moet helder zicht geven op de wereld tot 2020.
NAVO-chef Anders Fogh Rasmussen sprak begin deze week van „een van de belangrijkste toppen in de geschiedenis” van de organisatie. Dat is opvallend.
Bij eerdere belangrijke toppen (zoals die van Praag in 2002 en in Boekarest in 2008) werd steevast feest gevierd over de toetreding van nieuwe lidstaten. In tien jaar tijd breidde de organisatie uit van 16 naar 28 lidstaten.
In het voormalige Oost-Europa en op de Balkan is de belangstelling voor de NAVO nog steeds onverminderd groot. Macedonië kan toetreden zodra het met Griekenland een akkoord heeft over de naam van het land. En ook Georgië zal eens toetreden, ook al is niet duidelijk wanneer. Of het met Oekraïne ooit nog wat wordt, met de huidige Russisch georiënteerde regering, is niet duidelijk.
Deze keer geen nieuwe uitbreidingen dus, maar wel een belangrijke top. Het belang zit vooral in het nieuwe strategische concept dat in Lissabon wordt vastgesteld. Waarschijnlijk bevat dat geen verrassingen voor wie de wereld om zich heen kent.
Het huidige strategische concept stamt uit 1999. Toen was islamitisch terrorisme nog iets van een paar man te paard, piraterij iets uit stripboeken, en digitale oorlogsvoering iets uit de science fiction. Vandaag kun je er dagelijks over in de krant lezen.
De grondslag van de NAVO blijft de collectieve verdediging uit artikel 5 van het Verdrag van Washington. Dat zegt dat een aanval op één lidstaat „als een aanval tegen hen allen zal worden beschouwd.”
Tijdens de Koude Oorlog zag dit idee van de collectieve verdediging er nog redelijk overzichtelijk uit. Men verwachtte de vijand vanuit het oosten, dus oefenden Nederlandse dienstplichtigen hoe je in de Noord-Duitse laagvlakte de Sovjettroepen moest tegenhouden. Het ging om soldaten tegen soldaten.
Het kenmerk van de nieuwe dreigingen is dat de vijand geen uniform meer draagt. Een terrorist is een vriendelijke jongeman, die ineens zijn rugtas laat ontploffen. Ook bij piraterij en de digitale cyberoorlog vecht je tegen een onzichtbare vijand. Dit vraagt dus een andere aanpak; met een duur woord strategisch concept.
Het probleem bij de NAVO is vaak dat de regeringsleiders het wel eens zijn over maatregelen, maar dat het bij de uitvoering door de andere ministeries nog wel eens ontbreekt aan de nodige militaire discipline.
Zo bestaat er binnen het bondgenootschap wel overeenstemming over de noodzaak van militaire specialisatie door lidstaten. De voormalige Nederlandse NAVO-chef, Jaap de Hoop Scheffer, hamerde telkens op de noodzaak daarvan. Als het ene land zich beperkt tot luchtmacht, doet het andere marine, en het volgende investeert in luchtvervoer van zwaar materieel. Want bij een aanval vanbuiten, help je elkaar toch.
Maar er is geen enkele lidstaat die hier serieus werk van maakt. Ook in Nederland geven de reacties op de recente defensieverkenningen aan dat het nog niet komt tot harde keuzes. De meeste partijen voelen ervoor alle krijgsmachtonderdelen aan te houden.
Mogelijk kunnen de huidige economische omstandigheden helpen. De meeste lidstaten besparen op defensie. Ook in Nederland moet het mes er rigoureus in.
Toch zal ook deze top wellicht overheerst worden door de operatie in Afghanistan. Het is inmiddels vast gebruik dat lidstaten proberen tijdens een top troepen toe te zeggen. Canada beloofde deze week al 950 militaire instructeurs voor training. Maar premier Rutte gaat met lege handen naar zijn eerste echte internationale optreden.
NAVO-website over de top van Lissabon: www.nato.int/cps/en/natolive/index.htm
Verdrag van Washington: www.nato.int/docu/other/nl/treaty-nl.htm