Oranjebond: Positie koningin niet veranderen
DEN HAAG – De Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen is tegen aanpassing van de positie van de koningin. Het ceremonieel koningschap is een verarming.
Dat stelt de Oranjebond in een verklaring die zij donderdag naar buiten heeft gebracht.
De koepelorganisatie vindt het huidige grondwettelijke kader waarin de koningin werkt duidelijk. „Het koningschap blijft op basis daarvan buiten de politieke en bestuurlijke discussie”, omdat de verantwoordelijkheid voor beleid altijd bij de ministers ligt.
De Oranjebond benadrukt ook de grote symbolische betekenis die de koningin voor Nederland heeft. „De rol van het Huis van Oranje-Nassau en de symboliek die daarvan uitgaat, wordt in de grondwet bevestigd als belangrijk element in onze samenleving.”
De bond is tegen aanpassing van de huidige grondwettelijke bepalingen, als die een ceremonieel koningschap als doel hebben. „Een dergelijke aanpassing is een verarming. Immers, dan is uiteindelijk ook niet meer duidelijk dat Oranje in de Nederlandse samenleving al sinds de Apologie van Willem van Oranje en de Acte van Verlatinghe een belangrijk element is van het Nederlandse staatsbestel. Mede door de eeuwenlange band tussen Nederland en Oranje –zichtbaar in de Grondwet– geeft de Koning zo mede vorm aan de Nederlandse identiteit.”
De bond verwijst ook naar een notitie uit 2001 van toenmalig minister-president Kok. Daarin staat dat de koning(in) in de voorbereidende fase over alle besluiten van enig belang wordt geraadpleegd en dat hij of zij daarover opvattingen kan geven. Zodra de ministerraad een besluit heeft genomen, is de koninklijke invloed beëindigd. „Hierdoor is duidelijk vastgesteld dat er geen sprake is van politieke macht, die niet democratisch gelegitimeerd zou zijn”, aldus de bond.
De koepel wijst er ook op dat de Tweede Kamer al sinds 1971 de mogelijkheid heeft zelf een kabinetsformateur aan te wijzen. „Maar dat is nog nimmer gebeurd. Dat ligt niet aan de Koning, maar meer aan onze gekozen volksvertegenwoordiging, die blijkbaar nog steeds niet in staat is het formatieproces zelf tot een goed einde te brengen. Overigens is de rol van de Koning bij kabinetsformaties uitsluitend procedureel. Alle beslissingen daarbij zijn terug te voeren op openbare adviezen, die van de gekozen volksvertegenwoordigers komen.”