Alleen moeders vervolgd voor kindermoord
LEEUWARDEN (ANP) – Alleen moeders kunnen worden vervolgd voor kindermoord en kinderdoodslag. De straffen daarvoor zijn lager dan voor een reguliere moord of doodslag, omdat er rekening wordt gehouden met de angst van een vrouw dat haar (ongewenste) zwangerschap wordt ontdekt, of met geestelijke instabiliteit na de bevalling. Op kindermoord staat een maximumstraf van negen jaar cel, op kinderdoodslag zes jaar.
Vaders en medeplegers van het doden van pasgeboren kinderen kunnen wettelijk niet wegens kindermoord of -doodslag worden vervolgd. In hun geval wordt het doden van een kind gezien als reguliere moord of doodslag, waarbij maximaal levenslang kan worden opgelegd.
In de negentiende eeuw kwam kindermoord in Nederland relatief vaak voor bij vrouwelijke dienstbodes, zegt persofficier Henk Mous van het Openbaar Ministerie in Leeuwarden. „Vijftig procent van de vrouwen was werkzaam als dienstbode en vaak leefden de welgestelde mannen in die huizen er flink op los. Uit angst voor het verlies van hun baan lieten de vrouwen dat gebeuren. Ontdekking van een zwangerschap zou vervolgens leiden tot ontslag”, zegt Mous.
Tot in de negentiende eeuw konden moeders de doodstraf krijgen voor het doden van hun kind. Volgens Mous werden tot in de eerste helft van de achttiende eeuw in Friesland vrouwen die een kindermoord begingen, met een levend beest in een zak gestopt en verdronken.
In 1854 werd de doodstraf voor kindermoord afgeschaft, maar dat gold alleen voor ongehuwde moeders. In 1886, het jaar dat het huidige Wetboek van Strafrecht in werking trad, kwam er een bredere erkenning voor psychische problemen bij vrouwen die pas waren bevallen. Er ontstond meer begrip voor de hevige angsten en stemmingswisselingen tijdens en na een bevalling. Het onderscheid tussen ongehuwde moeders en gehuwde moeders verviel toen.