Rutte maakte dat maandag duidelijk in antwoord op schriftelijke vragen van D66. De premier gaf eerder al aan dat hij nieuwe bewindslieden erop wijst de zeggenschap over hun zakelijke belangen af te staan, maar dat de manier waarop dat gebeurt een verantwoordelijkheid van de betrokken persoon is.

D66 pleit voor maximale openheid, omdat alleen dan goed beoordeeld kan worden of elke schijn van belangenverstrengeling wordt vermeden. D66-leider Alexander Pechtold stelt de kwestie woensdag aan de orde tijdens het debat over de begroting van Algemene Zaken in de Tweede Kamer.

Zo vraagt D66 zich af of aan roerende en onroerende zaken van bewindslieden die niet commercieel worden geëxploiteerd niet ook risico’s verbonden kunnen zijn. Rutte laat maandag weten die risico’s niet te zien.

In zijn antwoorden wijst Rutte erop dat enkele bewindspersonen van zijn kabinet onroerende zaken in het buitenland bezitten. Wie dat zijn en om wat voor zaken het gaat, vermeldt hij niet.

Onlangs paste minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) de manier aan waarop zijn belangen in een Bulgaarse villa worden afgewikkeld. Leers was eerder afgetreden als burgemeester van Maastricht vanwege ophef over die villa.