Binnenland

„Hulp bij zelfdoding geen taak artsen”

HILVERSUM – De initiatiefgroep Uit Vrije Wil benadrukt te weinig de eigen verantwoordelijkheid van levensmoede ouderen die hun leven willen beëindigen.

Van onze verslaggever
12 November 2010 22:00Gewijzigd op 14 November 2020 12:31
Foto ANP
Foto ANP

Dat zei hoogleraar ethiek dr. F. de Lange van de Protestantse Theologische Universiteit in Kampen vrijdag tijdens een debat over de klaar-met-leven­thematiek, georganiseerd door de ouderenbonden PCOB en Unie KBO en de omroep NCRV.

De initiatiefgroep wil binnen afzienbare tijd een regeling presenteren in de Tweede Kamer om hulp bij zelfdoding te vergemakkelijken. Verpleegkundigen of geestelijk verzorgers die daartoe bereid zijn, mogen volgens dit voorstel levensmoede ouderen met een doodswens helpen om hun leven te beëindigen, bijvoorbeeld door de daarvoor benodigde medicatie aan te reiken of toe te dienen.

De Lange vindt dat Uit Vrije Wil over het inschakelen van derden te makkelijk denkt. „Zelfdoding als zodanig is, hoe tragisch ook, geen misdaad, maar hulp daarbij kun je van niemand verlangen, laat staan van de dokter. Hoe levensmoe ik ook ben, als ik anderen vraag mij te helpen met zelfdoding, ga ik over de schreef. Kiest een levensmoede oudere voor zelfdoding, dan is de uitvoering van de daad aan de betrokkene zelf. Hulp bij zelfdoding is voor mij een contradictio in terminis.”

De Lange kreeg bijval van beleidsmedewerker ethiek G. van Dijk van artsenorganisatie KNMG. „Zelfbeschikkingsrecht houdt in dat mensen hun leven naar eigen inzicht mogen invullen, niet dat anderen hen bij het vervullen van alle wensen behulpzaam moeten zijn. Burgers hebben een eigen verantwoordelijkheid, ook rond zelfdoding. Door pillen op te sparen, of te stoppen met eten en drinken, kunnen patiënten daar zelf voor kiezen”, aldus Van Dijk.

Hij ziet wel een taak voor artsen bij patiënten die zichzelf versterven. „Er is nog een wereld te winnen als artsen leren deze patiënten goede palliatieve zorg te geven, eventueel gevolgd door palliatieve sedatie”, stelde Van Dijk.

De KNMG-medewerker wees er verder op dat de wetgever en de Hoge Raad de grenzen voor euthanasie niet zo strak hebben gedefinieerd als Uit Vrije Wil het doet voorkomen. In het Brongersma-arrest van 2002 bepaalde de Hoge Raad dat ouderen die uitsluitend levensmoe zijn niet onder de euthanasiewet vallen. Veel van deze ouderen kampen wel met bijkomende ziekten, die gepaard kunnen gaan met een forse lijdensdruk. De euthanasiewet bepaalt dat er sprake moet zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden dat in overwegende mate wordt veroorzaakt door een medisch erkende ziekte. Dit hoeft echter geen terminale ziekte, zoals kanker, te zijn.

Van Dijk verwees naar het Schoonheimarrest uit 1982. Daarin bevestigde de Hoge Raad de vrijspraak van een arts die euthanasie had verricht bij een 95-jarige invalide vrouw, die leed aan ernstig verlies van gehoor- en gezichtsvermogen en een heupfractuur. Van Dijk: „Deze in het Schoonheimarrest uitgezette lijn volgen de toetsingscommissies nog steeds. Dat betekent dat bijna alle schrijnende casussen die Uit Vrije Wil op zijn website naar voren haalt onder de euthanasiewet vallen, omdat daarin sprake is van lijden in de zin van de euthanasiewet.”

Van Dijk is het wel met Uit Vrije Wil eens dat veel artsen de ruimte die de euthanasiewet biedt, niet benutten. „Zij vinden het moeilijk om euthanasie te verrichten bij patiënten die nog een behoorlijke levensverwachting hebben en ik kan mij dat ook voorstellen. Dat hoort ook zo.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer