Aanleiding voor het verzoek was een instructie van de luchtmacht uit 1985, die in september was opgedoken. Daarin werd een kortere veiligheidsafstand tot de radar verplicht gesteld dan de fabrikant zelf aanhield. Militairen die te dicht bij de apparatuur hebben gewerkt, zouden blootgesteld kunnen zijn aan gevaarlijke straling. Hillen erkent dat er andere afstanden waren, maar dat was volgens hem verantwoord en meermalen gecontroleerd.

Uit recent Belgisch onderzoek is echter gebleken dat militairen die werkten met de Hawk-radar vaker dan anderen overlijden aan bepaalde vormen van kanker. Van den Burg vindt dit al reden voor nader onderzoek. Volgens hem blijkt uit eigen onderzoek onder AFMP-leden van de luchtmacht dat stralingsgerelateerde kanker bij hen voorkomt.

Maar Hillen stelt dat uit diverse eerdere onderzoeken niet is gebleken dat elektromagnetische velden leiden tot kanker. Het is geen onwil maar een wetenschappelijk verantwoord onderzoek is volgens hem niet haalbaar vanwege een gebrek aan informatie. Ook het Belgische onderzoek gaf volgens hem geen uitsluitsel.

Van den Burg is zeer teleurgesteld in deze opstelling, al begrijpt hij dat het altijd lastig is een verband aan te tonen. „Maar ook als je geen epidemiologisch onderzoek kunt doen, moet een goed werkgever vanuit een zorgplicht toch willen weten hoe het met zijn eigen personeel is?”

Van den Burg wil het er niet bij laten zitten, ook omdat militairen nog steeds met radars werken die volgens hetzelfde principe fungeren. De Hawks zelf zijn zes jaar geleden verkocht.