Eerste naoorlogse verkiezingen in Irak
In de Noord-Iraakse stad Mosul hebben maandag de eerste naoorlogse verkiezingen van het land plaatsgevonden. Rivaliserende etnische groepen in Mosul hebben een interim-gemeenteraad gekozen die voorlopig zorg moet dragen voor het bestuur van de derde stad van het land.
Hoogwaardigheidsbekleders van de diverse etnische groepen in Mosul brachten in het stadhuis hun stem uit. Dat gebeurde onder het toeziend oog van Amerikaanse militairen, die zorgden voor de veiligheid rond de verkiezingen. Meer dan tweehonderd afgevaardigden van de Arabische, Koerdische, Turkmeense en Assyrische gemeenschappen kozen de raad van 24 leden.
Voorzitter van de raad is een Arabische burgemeester, terzijde gestaan door een Koerdische loco-burgemeester en twee assistenten, een Turkmeen en een Assyriër. Deze structuur geeft de etnische complexiteit weer van Irak en van de stad Mosul in het bijzonder. „Ik verplicht mij oprecht met u en de coalitie samen te werken ten gunste van Mosul en van Irak”, verklaarde de nieuwe burgemeester, de gepensioneerde generaal Ghanem al-Bosso.
Al-Bosso sprak tot de zojuist gekozen gemeenteraadsleden en generaal David Petraeus, de commandant van de 101e luchtlandingsdivisie van het Amerikaanse leger, die toezicht hield op de ceremonie.
Het interim-bestuur moet de weg vrijmaken voor echte verkiezingen, die naar Amerikaanse verwachtingen pas over een jaar of twee kunnen worden gehouden.