EU wil veiligheidsstrategie opstellen
De Europese Unie gaat een eigen veiligheidsstrategie ontwikkelen. Met behulp daarvan hoopt zij in de toekomst een herhaling van de interne verdeeldheid zoals die zich aftekende in de kwestie-Irak te voorkomen.
De ministers van Buitenlandse Zaken waren de afgelopen dagen voor beraad bijeen in Griekenland. Zij gaven buitenlandcoördinator Solana de opdracht een document op te stellen met uitgangspunten en prioriteiten voor het te volgen gezamenlijk beleid in situaties van internationale spanningen en conflicten. Een eerste versie moet reeds op 20 juni gereed zijn. Dan schuiven de regeringsleiders voor een top bij elkaar aan tafel in Thessaloniki.
De nota lijkt vooral bedoeld om vanuit een duidelijke gemeenschappelijke positie de discussie te kunnen aangaan met de Verenigde Staten. „We erkennen allemaal dat er sprake is van een crisis of ten minste een probleem in onze transatlantische relatie”, verklaarde de Griekse minister Papandreou, die als gastheer optrad tijdens de ontmoeting met zijn collega’s.
De veiligheidsdoctrine van president Bush houdt in dat alles wat een bedreiging vormt voor de VS doelwit kan zijn van een preventieve aanval. Solana krijgt nu de lastige klus op zijn bordje om een Europees antwoord hierop te formuleren en aan te geven hoe te handelen ten aanzien van bijvoorbeeld massavernietigingswapens en terrorisme. De meningsverschillen rond Irak hebben geleerd dat de denklijnen hierover binnen de EU ver uiteenlopen.
De Nederlandse bewindsman De Hoop Scheffer waarschuwde dat de Amerikanen de Europeanen steeds minder serieus nemen als die er niet in slagen één lijn te trekken. Hij had naar zijn zeggen tijdens een recent bezoek aan Washington al een afnemende belangstelling voor de EU gesignaleerd. „We stralen onvoldoende eensgezindheid uit”, benadrukte hij.
De ministers van de huidige en van de in 2004 toe te treden lidstaten verzamelden zich vrijdag op Rhodos en maakten vervolgens per luxe cruiseschip een trip naar een ander eiland, Kastellorizo. Ondertussen wisselden zij in een informele sfeer uitvoerig van gedachten. Zij stelden na afloop vast dat door allen een sterke wil was getoond om de verdeeldheid over Irak als afgedaan te beschouwen.
Geen van hen nam er, althans niet openlijk, aanstoot aan dat enkele landen op eigen houtje gaan deelnemen aan een vredesmacht in Irak. Enkele dagen geleden vond er in Londen tussen de betrokken regeringen al overleg plaats. Nederland was daar ook van de partij. Duitsland en Frankrijk, de aanvoerders van de coalitie die een oorlog tegen Saddam Hussein afwees, zijn niet uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan de benodigde troepen. Ontstemming daarover bleef achterwege.
Het pro-Amerikaanse kamp op zijn beurt oordeelde mild over de minitop die Duitsland, Frankrijk, België en Luxemburg vorige week hielden over een gemeenschappelijke defensie voor de Unie. De vier bepleitten onder meer de oprichting van een Europees militair hoofdkwartier, los van de NAVO.
De Hoop Scheffer, die eerder het initiatief voor besprekingen in kleine kring volstrekt afkeurde, noemde zaterdag het communiqué met de conclusies van het onderonsje „geen nutteloos stuk.” Hij voegde daar wel aan toe dat het kwartet geen verdere aanhang heeft gekregen en stelde zich nog eens op het standpunt dat de EU-activiteiten op dit terrein niet mogen leiden tot duplicatie van taken die bij de NAVO thuishoren.