Parlementvaria
Dadendrang
Het nieuwe kabinet-Rutte legt een enorme dadendrang aan de dag. Ongeduldig, gretig en haastig, zo presenteerde de nieuwe premier zich vorige week vrijdag tijdens zijn eerste wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad.
Ministers en staatssecretarissen hebben met elkaar afgesproken om tempo te maken, zo bevestigden enkelen van hen. Het kabinet besloot vrijdag ook reeds dat iemand die is vrijgesproken van een zwaar misdrijf alsnog kan worden vervolgd als er nieuw zeer belastend bewijs opduikt.
Op korte termijn wil Rutte duidelijk maken waar zijn ploeg voor staat. Alle hervormingsvoorstellen die het kabinet gaat doen, moeten voor de Kerst in de steigers staan. Bewindslieden moeten hun plannen bij de premier inleveren op maximaal twee A4’tjes. Begin volgend jaar gaan de hervormingen al naar de Kamer.
De Kamer zal ook minder post krijgen van het kabinet. „Zo min mogelijk post, zo veel mogelijk aan de slag”, zo stelde Rutte vrijdag. Veel en lange brieven aan de Kamer zal in de toekomst ook moeilijk gaan, want de regering wil het ambtenarenkorps danig afslanken. Rutte bevestigde dat voornemen op een plastische wijze: „In toenemende mate zullen we merken dat we deuren openen op departementen en dat we merken dat er geen mensen meer achter zitten.”
De daadkracht van het kabinet spetterde niet alleen afgelopen vrijdag. De gehele vorige week stond er ook al bol van. De bewindslieden hebben ieder op hun eigen terrein al gekeken wat ze snel kunnen regelen. Zo hebben ze al een aantal maatregelen teruggedraaid die het vorige kabinet nog door wilde voeren, zoals de opslag van kooldioxide in Barendrecht, het rookverbod in kleine cafés, de bonnenquota en de subsidie voor het gebouw van het Nationaal Historisch Museum.
De dadendrang van het nieuwe kabinet staat in schril contrast met de manier waarop het laatste kabinet-Balkenende uit de startblokken kwam. Dat ging de eerste honderd dagen van zijn bestaan in gesprek met de samenleving om te vernemen hoe de voornemens uit het regeerakkoord vielen.
Rutte kiest niet voor de Haagse aanpak van pappen en nathouden, maar voor de Rotterdamse: geen woorden maar daden.
Persconferentie
Premier Rutte had voor de Haagse journalisten afgelopen vrijdag een aardige verrassing in petto. Met ingang van volgende week vindt de persconferentie niet langer plaats in het ministerie van Algemene Zaken, maar in perscentrum Nieuwspoort.
Het lijkt voor een buitenstaander en klein verschil, maar het gaat hier om een principekwestie. Sinds 1971 geeft de premier elke vrijdag een korte toelichting op de ministerraadsvergadering van die dag. Dat gebeurde destijds op uitnodiging van de parlementaire persvereniging. De premier was dan te gast op een bijeenkomst die alleen toegankelijk is voor de leden van de vereniging.
In 2007 draaide Balkenende dit radicaal om. Hij besloot om de wekelijkse persconferentie voortaan te houden in het ministerie van Algemene Zaken. Daar is de premier de gastheer en hield hij de regie tijdens de persconferentie.
Rutte draait dit besluit met ingang van volgende week terug. „Ik wil een oude traditie in ere herstellen”, aldus de premier. Een persconferentie in Nieuwspoort geeft volgens Rutte ook gelegenheid om informeel na te praten. Bijkomend voordeel voor vele journalisten is dat Nieuwspoort een bar heeft.
Of Rutte daadwerkelijk de tijd zal nemen voor zo’n informeel gesprek, moet nog blijken. Afgelopen vrijdag maakte de nieuwe premier in ieder geval een erg gehaaste indruk.
GV Volkspartij SGP
Hoe ziet het gemiddelde SGP-lid eruit? En waarin verschilt hij van de gemiddelde CDA’er of CU’er? Het SGP-studieblad Zicht liet hierover onlangs de Leidse politicologen Van Holsteyn en Koole aan het woord. Die putten voor het antwoord op deze vraag uit hun in 2008 uitgevoerde Partijledenonderzoek. Hieronder enkele opmerkelijke resultaten.
Als een „volkspartij” een partij is waarvan de leden gespreid zijn over alle sociale klassen, verdient de SGP voluit die naam. Het aantal leden dat zich rekent tot de arbeidersklasse is bij de SGP buitengewoon hoog, te weten 29 procent. Dat is een stuk hoger dan bij de PvdA (15 procent) en de ChristenUnie (13 procent).
Alle SGP-leden gaan minstens eenmaal per week naar de kerk. Bij de ChristenUnie ligt dit percentage op 93 procent; bij het CDA op ongeveer 50 procent.
Van alle onderzochte partijen heeft de partij waarvan Van der Staaij politiek leider is, de trouwste aanhang. Slechts 4 procent overweegt wel eens zijn partijlidmaatschap op te zeggen.
Ter vergelijking: bij de PvdA ging het in 2008 om 28 procent, dus meer dan een kwart van de leden.
SGP-leden zijn trouw, maar relatief passief. Bijna 80 procent is wel lid, maar in het geheel niet actief binnen de partij. Blijkbaar is lid zijn van de SGP vooral een uitdrukking van sociale identiteit, waaraan de leden veelal geen praktische gevolgen of activiteiten verbinden.
AdJ Agenda
De Tweede Kamer maakt deze week een start met de behandeling van de afzonderlijke begrotingen voor de departementen in 2011. Deze week behandelt de Kamer de begrotingen van de ministeries van Volksgezondheid en van Onderwijs. Voor Volksgezondheid is dinsdagmiddag en -avond, woensdagmiddag en -avond en donderdagmorgen gereserveerd. Voor Onderwijs woensdagmorgen en donderdag vanaf één uur ’s middags.
Uitspraak van de week
„Meneer de voorzitter, ik heb in mijn leven meer dieren gered dan tien Marianne Thiemes bij elkaar.”
CDA-Kamerlid Ormel, tevens dierenarts, in een debat over de aanpak van de Q-koorts.