De vragen zijn gericht aan de hoge vertegenwoordiger voor het buitenlands en defensiebeleid van de Europese Unie, Catherine Ashton.

Belder heeft „met grote ontsteltenis” kennisgenomen van de bloedige islamitische terreuraanslag van 31 oktober op de Syrisch-katholieke bisschopskerk in Bagdad. De aanslag kostte 52 burgers het leven en er vielen zeker 60 gewonden.

Belder heeft de achterliggende dagen contact gehad met directbetrokkenen over de precaire positie van de christelijke minderheid in Irak. Ondanks alle dreiging hopen kerkelijke leiders op het voortbestaan van de christelijke gemeenschap.

Vooral christenen in Mosul hebben het erg moeilijk, merkt Belder. Moslims weigeren er zelfs nog geld te geven aan vluchtende christenen in ruil voor hun goederen en grond. Daarentegen bieden moslims buitensporig hoge prijzen aan christenen voor hun grond in enkele christelijke dorpen ten noorden van Mosul. Dat maakt de verleiding om een goed heenkomen te zoeken groter, constateert Belder.

Opvallend is de grote aantrekkingskracht die een viertal christelijke middelbare scholen in de hoofdstad Bagdad uitoefent op moslimouders, zegt Belder.