Verhoren is praatje maken
Een modern verhoor bestaat uit psychologische manipulatie, om een gevangene zover te krijgen dat hij uit eigen beweging vertelt wat hij weet. Soms is het voldoende om sigaretten aan te bieden aan een kettingroker die al dagen niet gerookt heeft. Dan weer helpt het om in te spelen op het patriottisme, de angsten of de wanhoop van een gevangene. „De meeste mensen willen praten”, verzekert sergeant Katrina Cobb, die leden van de Amerikaanse militaire inlichtingendienst traint in het afnemen van een verhoor. „Ze willen hun kant van het verhaal kwijt.”
De Verenigde Staten zijn in Afghanistan samen met leden van de Noordelijke Alliantie begonnen met het ondervragen van zo’n 7000 gevangenen die tot de Taliban of al-Qaida zouden behoren. Waar en wanneer zou de volgende aanslag van al-Qaida moeten plaatsvinden? Waar zijn Osama bin Laden, mullah Mohammed Omar en andere Taliban-leiders? Hoever is al-Qaida gekomen met het verwerven van massavernietigingswapens? Wie zijn de al-Qaida-leden in de Verenigde Staten en elders in de wereld? Hoe opereert al-Qaida nu het netwerk Afghanistan als thuisbasis heeft verloren?
Het verkrijgen van de antwoorden uit de mond van gevangenen is een enorme klus. Zowel de FBI als de CIA en het Amerikaanse leger hebben ondervragers in Afghanistan zitten. De FBI wil informatie over terroristische activiteiten in de VS, de CIA wil alles weten over al-Qaida-cellen buiten de VS en het leger is uit op tactische informatie over de vijand: waar die zit en over welke wapens die beschikt.
Om aan de informatie te komen maken de ondervragers gebruik van technieken die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. Harde, confronterende verhoren worden steeds minder toegepast. Daarvoor in de plaats zijn vriendelijker’conversaties’ gekomen. Van een onbelangrijke en gewillige verdachte is betrouwbaarder informatie te verkrijgen dan van een vijandelijke commandant die niet wil praten. Dat wil niet zeggen dat sommige verhoren niet lang en slopend zijn, maar de Amerikanen zeggen dat ze niet martelen en precies weten hoever ze mogen gaan.
Om een verdachte te vinden die misschien wil praten, wordt afgegaan op de bewakers die dagelijks met hen omgaan. „Vind uit wie er zenuwachtig is, wie veel praat, wie hulp aanbiedt”, zegt Anthony Novacek, een andere trainer van Fort Huachuca in Arizona. „Gebruik bij een verhoor alle mogelijke methoden om iemand aan het praten te krijgen: maak hem trots, ontneem hem alle hoop of probeer erachter te komen wat zijn angsten zijn.”
„Vaak genoeg komen mensen zelf al met hun angsten”, zegt Novacek. „Daar kun je op inspelen, door ze bang te laten blijven. Je bedreigt ze niet, je maakt gebruik van hun natuurlijke angsten. Iedereen heeft die.”
Schaamteloos liegen
De ondervragers (de Amerikaanse landmacht noemt ze ”menselijke inlichtingenverzamelaars”) verhoren een gevangene in hun eentje als ze zijn taal spreken, en als het nodig is met een tolk. In hun opleiding krijgen ze taal- en cultuurlessen. Soms worden er twee ondervragers op een gevangene gezet, van wie een de kwaaie agent speelt en de andere de goede. Een verhoor begint doorgaans met vragen waarvan het antwoord al bekend is bij de inlichtingendienst, om te controleren of de verdachte wel de waarheid spreekt.
De Amerikaanse onderminister van Defensie, Paul Wolfowitz, heeft gezegd dat het verkrijgen van informatie van terroristenleiders lang kan duren, omdat zij „vakkundige leugenaars” zijn. „Ze liegen schaamteloos. Als je ze op een leugen betrapt, gaan ze verder met een andere”, zei de minister onlangs op een persconferentie.
De internationale afspraken over de behandeling van gevangenen worden volgens Novacek nageleefd: gevangenen moeten eten, slaap en medische hulp krijgen en het gebruik van verdovende middelen of martelmethoden is verboden. Overtreding van die regels maakt iemand tot een oorlogsmisdadiger.
De Amerikaanse onderzoekers hebben echter niet de illusie dat de Noordelijke Alliantie zich aan de internationale verdragen houden. Enkele mensenrechtenorganisaties hebben al een onderzoek geëist naar de manier waarop de alliantie de gevangen Taliban- en al-Qaida-leden behandelt. De Amerikaanse agenten zouden mensenrechtenschendingen door hun bondgenoten aan hun superieuren moeten melden, maar of dat gebeurt is onduidelijk.
Overigens zijn veel deskundigen het erover eens dat het martelen van gevangenen niet automatisch tot het vinden van de waarheid leidt. Slachtoffers van marteling vertellen vaak wat ze denken dat de ondervragers willen weten. Bovendien is het slachtoffer af te schrijven als bron voor later onderzoek.