Hij deed dit in de Kroatische stad Vukovar tijdens een herdenking van een bloedbad dat de Serviërs aanrichtten bij de stad Vukovar tijdens de oorlog op de Balkan in de jaren negentig. Hij zei onder meer: „Ik ben hier om spijt te tonen en excuses te maken.” Hij sprak de hoop uit dat Kroatië en Servië een nieuw hoofdstuk beginnen.

Het is de eerste keer sinds de oorlog in het voormalige Joegoslavië (1991-1995) dat een Servische leider een bezoek brengt aan de grensplaats Vukovar, waar jarenlang zwaar werd gevochten.

Tadic en zijn Kroatische collega Ivo Josipovic wonen een herdenking bij van het Bloedbad van Vukovar van november 1991. Militairen van het door Serviërs gedomineerde Joegoslavische Volksleger hadden toen honderden Kroaten uit een ziekenhuis in de stad gehaald. Op het platteland werden ze vervolgens doodgeschoten. Het bloedbad geldt als een van de ergste wreedheden in de oorlog op de Balkan.

Na de herdenking gaan Tadic en Josipovic naar het nabijgelegen dorp Paulin Dvor. Een maand na het Bloedbad van Vukovar schoten Kroatische militairen daar etnische Serviërs dood.