Permanente werker in Israël wellicht haalbaar
„Het kerkgebouw van de gemeente van ds. Maoz staat er inmiddels. Er is echter ook tegenstand vanuit de antizendingsbeweging.” Ds. C. Sonnevelt wees vrijdag in Gouda op tegenstand waarmee Messiasbelijdende Joden in Israël te maken hebben. „Zo zijn ds. Maoz en zijn gemeente voor de burgerlijke rechter gedaagd. De zaak hangt nog op dit moment.”
Het interview met ds. Sonnevelt was een van de hoofdmomenten op de Israëldag, belegd door het deputaatschap voor Israël uitgaande van de Gereformeerde Gemeenten. Negen maanden lang staat ds. Sonnevelt in opdracht van het deputaatschap Messiasbelijdende gemeenten bij in bijbelstudie, prediking en vooral bij de opleiding van voorgangers. Vrijdag vertelde hij over de afgelopen drie maanden.
De predikant uit Veenendaal relativeerde de gevaarlijke situatie in Israël enigszins. „Aanslagen vinden vooral plaats in Palestijnse gebieden. Wij wonen in Galilea en merken er meestal niet zo veel van. In Nederland merkt u het meer, doordat u de berichten in de krant leest.” De gespannen situatie heeft volgens ds. Sonnevelt invloed op de Israëliërs. „De mensen zijn geschokt nu het vredesproces zo goed als dood is. Vooral de seculiere Joden, de vroegere voorstanders van het vredesproces, weten niet meer hoe het nu verder moet. De mensen zijn daardoor veel bezig met de vragen van leven en dood. Ze hebben nu meer tijd en aandacht om daarover te praten.”
Leed
De oplossing voor de problemen ligt volgens de predikant niet binnen handbereik. „Het gewone volk, aan beide kanten, lijdt. Als je weet dat in Palestijns gebied meer dan 50 procent van de mensen werkloos is, krijgt het leed ook een gezicht. De duidelijke lijn van de regering-Sharon komt de situatie wel ten goede. Daar mogen we dankbaar voor zijn.”
Ds. Sonnevelt ziet echter ook een andere kant. „Op Arabische scholen wordt de kinderen haat tegen Israël aangeleerd. Dan ben je dicht bij het moslimfundamentalisme. Op zo’n moment zie je dat het conflict diepe ideologische, geestelijke wortels kent. De islam staat onverzoenlijk tegenover het volk van het Boek. Het maakt niet uit of dat nu het Oude of het Nieuwe Testament is. Ze zeggen: Eerst maken we de sabbat kapot en dan de zondag.”
Dit leert ds. Sonnevelt dat er maar één oplossing is: „Dat het Woord zijn loop zal hebben. Alleen rondom Gods Woord is echte vrede te vinden.”
Aan ds. Sonnevelt werd gevraagd hoe het verder moet met het werk in Israël, als hij in juli 2002 weer terugkeert naar Veenendaal. Hij zinspeelde op de haalbaarheid om permanent een werker in Israël te plaatsen. „Ik moet nog voorzichtig zijn, maar toch begint zich iets af te tekenen, in het noorden bij Galilea en in het zuiden bij Tel Aviv. Er is enige hoop dat de Heere een plaats aanwijst waaruit het werk meer gestalte krijgt als ik weer terug ben.”
Beloften
Ds. W. Visscher sprak over ”Wat heeft Israël ons te zeggen?” Hij noemde Israël onder andere een teken van hoop. „God volvoert Zijn raad. Er liggen in de Romeinenbrief nog geweldige beloften voor het Joodse volk. De Heere zal er nog velen uit dit volk toebrengen tot de gemeente die zalig wordt.”
Wat dat betreft ziet de predikant uit Amersfoort hoopvolle dingen. „Als deputaten mogen we in Israël, maar ook onder de Joden in Hongarije en Oekraïne, de eerste schuchtere beginselen hiervan zien. Ook vandaag zien we zondaren tot Jezus komen.” Hij riep op Israël een vaste plaats te geven in het gebed.
’s Middags belichtte ds. C. Neele het werk van het deputaatschap onder de Joden in Oost-Europa. Tijdens het forum ging J. J. de Jong, algemeen secretaris van het deputaatschap voor Israël, in op de verschillen met een organisatie als Christenen voor Israël. „CvI richt zich vooral op het solidair zijn met Israël. Ze kennen echter geen actieve evangelieverkondiging onder de Joden, terwijl dat voor ons het voornaamste is.”
Ds. Neele ging in op de vraag waarom Joodse gemeenten hun rustdag niet op zaterdag zouden mogen houden. „Het Nieuwe Testament leert duidelijk dat de christelijke gemeente samenkomt op de opstandingsdag van de Heere Jezus. Dat is de zondag. Het moet echter worden gezegd dat het in Israël maatschappelijk onmogelijk is de zondag als rustdag te hebben. Daar hebben we begrip voor. Het wordt anders als er uit theologisch standpunt wordt vastgehouden aan de zaterdag en andere Joodse godsdienstige gebruiken. Dan zullen we door het geven van onderwijs hen willen wijzen op de waarde van de zondag als de dag des Heeren.”
Confrontatie
De collecte bracht ruim 15.000 gulden op. De organisatie van de dag werd ook geconfronteerd met tegenstand, vanuit het Boskoopse comité ”Het profetische Woord”. Ds. C. J. Meeuse noemde het verdrietig „dat deze organisatie meende folders te moeten uitdelen. Als deputaatschap distantiëren we ons van dit sabbatisme.”