De school stelt dat de voornaamste reden voor de afwijzing is dat de vrouw een andere opvatting heeft over de evangelische grondslag. Om die reden is de school van mening dat zij de in de grondslag neergelegde zaken niet geloofwaardig kan overbrengen en uitdragen naar kinderen.

Omdat de directeur van de school de sollicitante –een oud-leerlinge van hem– en het gezin waartoe ze behoort goed kent, leek de benoeming aanvankelijk in kannen en kruiken. Na een gesprek met een sollicitatiecommissie volgde echter een afwijzing.

De vrouw gaf tijdens de zitting aan verbaasd te zijn dat de school niet de wereldreis die ze samen met haar vriend heeft gemaakt als motivering voor de afwijzing gebruikt, maar haar opstelling ten opzicht van belangrijke punten van de evangelische geloofsbeschouwing. In een telefoongesprek met de directeur ging het volgens de vrouw juist vooral over het ongehuwd reizen. „Men stelt nu dat ik de evangelische grondslag niet kan en wil onderschrijven. Deze conclusie is niet juist.”

Volgens de school deelt de 24-jarige vrouw op drie essentiële punten de evangelische grondslag van de school niet. Zo zou ze seksuele gemeenschap voor het huwelijk niet als strijdig met haar christelijke geloofsovertuiging beschouwen, omdat ze het huwelijk weliswaar als een door God gegeven instelling ziet, maar zich vrij voelt om daar anders mee om te gaan.

Verder ziet in de ogen van de school de vrouw God als een God van liefde en vergevingsgezindheid in plaats van dat ze Hem ook ziet als een God van rechtvaardigheid en oordeel. Tenslotte is de afgewezen sollicitante niet aangesloten bij een kerk en lijkt ze daar ook geen groot belang aan te hechten.

Slapen

Volgens de vrouw is haar visie op seksualiteit voor het huwelijk niet tijdens het sollicitatiegesprek aan de orde gekomen. „De vraag die werd gesteld naar aanleiding van het samen reizen met mijn vriend was: Hoe heb je dat gedaan met slapen? Mijn antwoord hierop is geweest dat we kamers deelden. Over seks voor het huwelijk is tijdens het sollicitatiegesprek niet gesproken.”

Verder zegt de vrouw de evangelische levensbeschouwing te onderschrijven waar het gaat om het aanvaarden van de Bijbel als absolute autoriteit voor geloof en werken.

Ook ziet ze God inderdaad als een God van liefde, maar wel degelijk ook van rechtvaardigheid. „Dat heb ik tijdens het gesprek ook niet ontkend. Ik heb de nadruk gelegd op liefde, omdat ik een evangelisch christen ben, voor wie de essentie van het geloof ligt in de verlossing die ons ten deel valt door het geloof in het offer dat Jezus Christus gebracht heeft. Als dit in de ogen van de school als eenzijdig wordt gezien, dan hadden zij mij hierop mogen en wellicht moeten doorvragen.”

Daarnaast is de vrouw verbaasd dat de school beweert dat ze geen groot belang hecht aan aansluiting bij een kerk. „Het enige wat ik heb gezegd, is dat ik deze waarschijnlijk niet binnen een maand gevonden heb. Dat lijkt mij eerlijk en reëel. Hieruit blijkt dat ik wel op zoek ben en dus het lid worden van een gemeente wel degelijk serieus neem.”

Ongehuwd samenwonen

Verder gaf de aangewezen sollicitante vanmiddag tijdens de zitting aan dat een van de leden van de sollicitatiecommissie zelf ook ongehuwd samenwoont. Nadat de commissie de schooldirecteur daarop bevroeg, gaf die aan dat dit op dit moment inderdaad het geval is, maar hij die collega daarop heeft aangesproken en heeft aangegeven hierover nader informatie te moeten inwinnen hoe daarmee te handelen. Ook laat de school op dit moment kinderen toe waarvan de ouders ongehuwd samenwonen, zij het dat dit sporadisch voorkomt.

Sinds 2009 is de school aangesloten bij stichting Agora, die als doel heeft om scholen voor primair onderwijs op verschillende religieuze grondslagen op te richten en in stand te houden. Onder Agora vallen katholieke, protestants-christelijke scholen en SchatRijk als enige evangelische school. Iedere school mag op eigen wijze invulling geven aan haar identiteit. Met betrekking tot het aannemen van personeel zegt de akte van oprichting van SchatRijk dat het personeel met de grondslag, het doel en de beginselen van de school dient in te stemmen en dat ieders leven daarmee in overeenstemming hoort te zijn. Iedere medewerker dient aangesloten te zijn bij een kerk of gemeente, dient Jezus Christus te volgen en daarvan blijk te geven in het dagelijks leven en werk. „Het is voor SchatRijk van groot belang dat de eenduidige opvattingen over haar geloofsleer wordt bewaard en gekoesterd”, aldus de advocaat van de school tijdens de zitting. „Als deze gemeenschappelijke basis er niet is, wordt het onmogelijk om Het SchatRijk als evangelische school overeind te houden.”

Verder verwees de advocaat maandagmiddag naar een advies van de Raad van State van mei vorig jaar, wat een concreet voorstel is om de beruchte enkelefeitconstructie te wijzigen. Daarin geeft de Raad van State aan dat confessionele onderwijsinstellingen die ten aanzien van hun personeel een consistent en consequent beleid voeren gericht op de verwezenlijking van hun grondslag, ook van hun personeel loyaliteit aan de grondslag zouden moeten kunnen verlangen. „Gezien haar opstelling is er twijfel over de vraag of de afgewezen sollicitante achter de grondslag van de school staat en of zij in staat is om op een geloofwaardige wijze de grondslag van de school uit te dragen.”

Geen twee werelden

De commissie vroeg tijdens de zitting ook uitleg van de school waarom het noodzakelijk is dat een gymdocent een evangelische achtergrond heeft. Daarop antwoordde de directeur dat iemands achtergrond de paraplu is waar alles onder valt. „De gymzaal en de klas zijn niet twee werelden. Je draagt automatisch bepaalde waarden en normen over. Als docent moet je voor de kinderen op alle momenten aanspreekbaar kunnen zijn op wie je bent.”

In een emotioneel slotbetoog gaf de 24-jarige vrouw aan hoe moeilijk ze het met de afwijzing heeft, terwijl haar trouwjurk al in de kast hangt. „Ik voel me veroordeeld en heb een stempel gekregen dat ik niet goed genoeg ben om op deze school te kunnen werken.”

Ook haar meegekomen vader gaf aan grote moeite te hebben met de opstelling van de school. „We praten over het Evangelie. Dat is een goede Boodschap. Maar wat mijn dochter kreeg was geen goede boodschap. Mijn God zou dit zo niet doen.”

De directeur gaf daarop aan de situatie bijzonder vervelend te vinden. „Maar we hebben naar eer en geweten gehandeld en zijn daarin consistent geweest.”

De commissie doet binnen ongeveer acht weken uitspraak.