„Derde wethouders haakt in raadsperiode af”
ALPHEN AAN DEN RIJN (ANP) – Een derde van alle Nederlandse wethouders haakt af tijdens hun raadsperiode. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau Andersson Elffers Felix waarover het blad Binnenlands Bestuur maandag bericht.
Volgens het onderzoek zou dit samenhangen met het feit dat driekwart van de Nederlandse wethouders stelt niet goed voorbereid te zijn geweest op zijn of haar taak alvorens het ambt te aanvaarden. De voorbereiding op het wethouderschap is een taak voor de aanstaande ambtsdrager zelf, zo blijkt uit het onderzoek onder vijfhonderd wethouders.
Een op de drie nieuwe wethouders bereidt zich voor op het ambt door te lezen over hun nieuwe functie of door te praten met andere wethouders of partijcoryfeeën. Bijna de helft van de wethouders die het afgelopen voorjaar zijn aangetreden, blijkt afkomstig uit het bedrijfsleven. Slechts één op de vijf wethouders werkte eerder bij de overheid.
Het wethoudersambt wordt volgens Binnenlands Bestuur „gedomineerd” door hoogopgeleiden: twee op de vijf wethouders heeft een wetenschappelijke opleiding gevolgd of is zelfs gepromoveerd. Bijna de helft van alle bestuurders in de Nederlandse colleges heeft een hbo-opleiding genoten. De bekleders van het ambt vormen dus geen representatie van de bevolking, constateert het blad.
Driekwart van de wethouders stelt dat het salaris geen rol speelde bij het aanvaarden van de functie. Een derde van hen zegt er qua inkomen zelfs op achteruit te zijn gegaan. Ruim een vijfde van alle aangestelde wethouders stond niet op de kandidatenlijst voor de gemeenteraad.
Als het minst plezierige aspect van hun werk noemen de wethouders de werkdruk en de lange werkdagen. Dat geldt vooral voor de wethouders die jonge kinderen hebben. Een op de zeven bestuurders meldt dat het thuisfront „kritisch is” hierover en soms zelfs negatief tegenover het aanvaarden van het ambt staat.