Buitenland

Schijnwerper op vergeten helden

DORDRECHT – De zender van Aart Alblas was in 1941/1942 de enige verbinding van bezet Nederland met Engeland. Een jaar lang wist de geheim agent uit de grijpgrage handen van de Duitsers te blijven. Tot ze hem alsnog te pakken kregen. Hij overleefde zijn gevangenschap niet.

L. Vogelaar
1 November 2010 11:20Gewijzigd op 14 November 2020 12:21
Alblas. Foto Museum 1940-1945
Alblas. Foto Museum 1940-1945

Samen met de Dordtse burgemeester verwijderde J. Stegeman-Alblas, de enige nog levende zus van de agent, zaterdag zes grote vellen papier van vitrines en panelen in Museum 1940-1945 in de Drechtstad. Daarmee opende ze een tentoonstelling over het werk van haar broer.

De expositie werd bewust geopend op de dag waarop 
–’s avonds op Vliegbasis Valkenburg in aanwezigheid van koningin Beatrix– de musical Soldaat van Oranje in première ging. ”Soldaat van Oranje” is de titel van het boek waarin E. Hazelhoff Roelfzema (1917-2007) zijn oorlogservaringen beschreef. Toen het boek werd verfilmd, werd het verhaal versimpeld: daden van meerdere verzetsmensen werden aan Hazelhoff Roelfzema toegeschreven, zegt historicus Victor Laurentius. „Daardoor ontstond een Soldaat van Oranjemythe, hoewel Roelfzema zelf nog enigszins heeft geprobeerd dat te corrigeren.”

Hoog tijd om het werk van andere helden recht te doen, vonden de organisatoren van de tentoonstelling in Dordrecht: „Aandacht voor andere Soldaten van Oranje.” Naast Aart Alblas is dat onder anderen Peter Tazelaar, over wie Laurentius vorig jaar een boek publiceerde omdat hij vond dat diens werk te weinig bekend was. Terwijl Alblas uit handen van de Duitsers probeerde te blijven door zich zo veel mogelijk schuil te houden, deed de vrijbuiter Tazelaar dat juist door zich brutaal op te stellen.

Plichtsbesef

Aart Hendrik Alblas (1918-1944) was een marineofficier, geboren in Middelharnis. Hij had reizen naar China en Japan gemaakt, maar was in Nederland toen de oorlog uitbrak. Samen met een vriend begon hij direct inlichtingen te verzamelen. Die nam hij mee toen hij in maart 1941 met een bootje naar Engeland wist te ontsnappen.

„Alblas was een gereformeerde jongen die handelde uit plichtsbesef, niet om de held uit te hangen”, zegt J. Berrevoets, die het leven van de oorlogsheld onderzocht. „Het losbandige leven in Engeland vond hij maar niets. Hij ging graag terug naar Nederland.”

Na een korte opleiding werd Alblas uitgezonden als geheim agent: met zijn zender keerde hij op 5 juli 1941 per parachute terug in bezet gebied. Via de zender begeleidde hij de geheime landing op de Nederlandse kust van Hazelhoff Roelfzema en Tazelaar.

Alblas deed nog veel meer geheim werk, ook als marconist van de Paroolgroep. Hij wist de Duitsers een jaar lang uit handen te blijven. De Duitse Abwehr peilde de zender op 16 juni 1942 in de omgeving van Den Haag en arresteerde de marconist. Aan het Binnenhof onderging Alblas langdurige en zware verhoren, maar hij verraadde zijn verzetsmakkers niet. Via kampen in Haaren en Westerbork kwam hij in het Oostenrijkse Mauthausen terecht. Daar werd hij op 6 september 1944 gefusilleerd, nog geen 26 jaar oud.

Naargeestig

Zijn familie ontving het overlijdensbericht pas toen de oorlog voorbij was. „Moeder zat vaak voor het raam uit te kijken”, zegt Alblas’ zus. „Ze bleef hopen, totdat het bericht kwam. Het was een grote slag voor ons. Later, als Aart postuum gedecoreerd werd, kwam er altijd weer iets van die spanning terug.” Ook voor Aarts verloofde bleef het een pijnlijke episode.

In Dordrecht werd een brug naar Alblas genoemd, bij de marine een mijnenveger. Hij wordt „de meest gedecoreerde Dordtse oorlogsheld” genoemd. Zijn zus kenschetst hem als „een zeer moedig man, die zich opofferde voor anderen. Dat bleek ook toen hij dagen en nachten achtereen verhoord werd en toch niets zei.

Tijdens de oorlog bezocht ik met mijn zus een zieke vriendin, bij de familie Spaans in Moerdijk. Daar werd echter wat 
paniekerig gereageerd toen we 
binnenkwamen. Pas na de oorlog vernam ik de reden: op de 
bovenverdieping had een geheim agent gezeten. Achteraf 
bleek dat het onze eigen broer was!”Aart ging schuil achter het pseudoniem Klaas de Waard.

Alblas’ zus bracht ooit zelf een bezoek aan kamp Mauthausen. Burgemeester Brok was er in 2003. „Een buitengewoon naargeestige plaats”, zegt hij. „Ik hecht er sterk aan dat jongeren als ze een bepaalde leeftijd hebben, dergelijke plaatsen ook bezoeken.”

De expositie ”Aart Alblas: marconist van Soldaat van Oranje” is tot 9 januari te bezichtigen in het Museum 1940-1945, Nieuwe Haven 26/27 in Dordrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer