Getuigenis afglijdend kerklid aangrijpender dan van atheïst
PUTTEN – Getuigenissen van mensen die vertellen dat ze geleidelijk zijn afgegleden van hun christelijke opvoeding, zonder strijd en spijt, zijn aangrijpender dan verhalen van militante atheïsten als Herman Philipse, vindt prof. dr. J. Hoek.
Hij zei dat zaterdag in Putten op de bondsdag van hervormde mannenverenigingen. Prof. Hoek, hoogleraar in Kampen en docent in Ede, sprak ’s morgens over ”Op zoek naar God”, terwijl ds. P. H. van Trigt (Ouderkerk aan den IJssel) ’s middags refereerde over ”Op zoek naar de mens”. De lezing van ds. Van Trigt werd vanwege ziekte uitgesproken door ds. W. Westland.
Volgens prof. Hoek is in de gereformeerde theologie altijd met overtuiging geleerd dat God op een of andere manier kenbaar is voor alle mensen. Geloven in God is allesbehalve tegennatuurlijk, maar sluit juist aan bij de algemeen menselijke bestaanservaring. „Hoewel ons menselijk verstand niet bij machte is te bewijzen dat God bestaat, is anderzijds het atheïsme een volstrekt onbewijsbare theorie. Er is per saldo veel meer dat voor het geloof in God pleit dan ertegen. De wereld is bepaald niet atheïstisch. De bron kan radicaal verstopt zijn, maar blijft wel bron.”
Maar zoeken (post)moderne mensen wel naar God? Bij heel veel mensen is er volgens prof. Hoek „een volstrekt binnenwereldse beleving van de werkelijkheid.” Het is allemaal zo vanzelfsprekend en oppervlakkig geworden. „De ergste mist is dat men God niet mist. Er is een postchristelijk ongeloof dat nog erger is dan de blindheid van de echte heidenen. Het is harder dan het ongeloof van een cultuur die nog nooit van God heeft geweten.”
Ds. Van Trigt zette uiteen hoe de almachtige God en Vader op zoek is naar de mens die zichzelf in het ongeluk heeft gestort. Kenmerkend voor God is dat Hij door Jezus zondaren zoekt totdat Hij hen vindt. „Dat zoeken van Jezus gaat door tot op het kruis, ja tot op de huidige dag. Naar Gods raad en voornemen overschrijdt Hij daarbij de grenzen van Israël. Hij zoekt ook de heidenen, die zonder God en zonder hoop zijn. Hij zoekt hen nog door Zijn Geest en Woord, nu met name in Afrika, in Azië, in Zuid-Amerika, totdat de volheid der heidenen is binnengegaan.”
Die innerlijke bewogenheid van God de Vader, de Almachtige, komt voort uit Zijn eeuwige verkiezende liefde in Christus. „Het op zoek zijn van God naar de mens is geen opwelling of uiting van Zijn grilligheid. God is in Zijn wezen eeuwige, heilige liefde en barmhartigheid in Christus.” In het zoeken schakelt God de gemeente in. De gemeente is immers het lichaam van Christus, een woonplaats van God in de Geest. „Door de aanwezigheid van Zijn gemeente zoekt God de mensen van vandaag. Het missionaire geheim van een gemeente, is: Zijn Woord bewaren en Zijn Naam niet verloochenen. Missionaire activiteiten zullen geen vrucht dragen als dit niet hét geheim van de gemeente van Christus is.”