Ontslapen
Jesaja 57:1
„De rechtvaardige komt om, en er is niemand, die het ter harte neemt…” „Let op de vrome, en zie naar de oprechte; want het einde van dien man zal vrede zijn” (Psalm 37:37). Het is wel waar dat de weg die de godzaligen bewandelen een weg van kruis en verdrukking is. Het is ook waar dat zij sterven. Doch Paulus spreekt, wat de weg van hun kruis aangaat over „…onze zeer lichte verdrukking, die zeer haast voorbij gaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid” (2 Korinthe 4:17).
Wat hun sterven aangaat, sterven is hen gewin. Voor en wegens hen zegt Salomo dat de dag van de dood beter is dan dat iemand geboren wordt. Hiermee troosten zich Gods kinderen over hun eigen dood, omdat de dood hun gewin toebrengt. Zij worden ingeleid om met Paulus te wensen ontbonden te zijn en met Christus te wezen. Zij zeggen, stervende met de oude Simeon: „Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord, want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.”
Hiermee troosten Gods kinderen zich over het heengaan van hun gestorven vrienden, die in de Heere ontslapen zijn. Heeft de wereld hen niet geacht en heeft God hen weggenomen, het is de goddeloze tot een oordeel. Echter, hun dood is bij God dierbaar. „Kostelijk is in de ogen des Heeren de dood van Zijn gunstgenoten.” Hun lichaam rust in hoop tot het geklank van de laatste bazuin.
Henricus de Frein, predikant te Middelburg
(”Het zalig uiteinde der rechtvaardigen”, 1722)