In 1517 begon de grote Hervorming
Een vaste Burcht is onze God,
Een toevlucht voor de Zijnen.
Al drukt het leed al dreigt het lot
Hij doet zijn hulp verschijnen
De vij and rukt vast aan,
Met opgestoken vaan.
Hij draagt Zijn rusting nog,
Van gruwel en bedrog,
Maar zal als kaf verdwijnen!
Dit lied heeft u vast weleens gehoord. Het lied is in ongeveer 1530 gedicht. Het lied is door de bekende hervormer Maarten Luther gemaakt. Maarten Luther is in 1483 geboren en in 1546 gestorven. Zijn vrouw heette Katharina van Bora. Haar bijnaam was: Kätie. Zij is in 1499 geboren en in 1552 gestorven. Ze hadden 6 kinderen en ze heetten: Martin, Paul, Hans, Leent je, baby Margarete en Magdalena. Magdalena was op 13-jarige leeftijd overleden, maar ze was wel bekeerd tot God. Maarten Luther hield erg van zingen.
In 1517 begon de grote Hervorming!
Het is 1517, 31 oktober. Het was al avond. De zon was weggezakt achter de heuvelrand. De meesten mensen waren al in huis, maar daar… maar daar liep toch iemand op de straat. Hij had een papier, hamer en spijkers onder zijn jas. Zou hij het wel doen? Ja, toch wel, want zijn besluit stond vast. Hij liep regelrecht naar de Slotkapel te Wittenberg. Hij kon de kerkdeuren al zien. Hij haalde de spijkers, hamer en papier onder zijn jas te voorschijn. Een paar doffe dreunen en Maarten Luther knikte tevreden. Dit was het antwoord op al die dwaze dingen, dacht hij. Er kwamen morgen heel veel mensen want het was morgen een belangrijke dag. En nou maar hopen dat niemand meer naar die Tetzel zou gaan om die bedrieglijke brieven te kopen. Maarten Luther ging diep in gedachten naar huis. Het was al donker.
De volgende ochtend klonk er ineens geschreeuw: ‘Hé mensen, kijk daar eens.’ ‘Oh.’ ‘Zeg heb jij dat gelezen?’ ‘Nee dat is niet te lezen, dat is Latijn.’ De kerk was open en de mensen probeerde te vertalen wat er op dat papier stond. Daar kwamen studenten van de universiteit die het wel konden vertalen. De mensen luisterden maar het was niet te geloven. De studenten begonnen het blad voor te lezen. Punt 27 werd voorgelezen: ‘Als er iemand is die zegt dat een ziel uit het vagevuur kan komt als hij geld aan de priester geeft liegt die.’ De mensen keken elkaar aan. Wie durft dat nou te schrijven? Nou werd punt 32 voorgelezen: ‘Als iemand denkt dat hij met die brieven naar de hemel kan gaan, Zal hij ondervinden dat hij hij naar de duivel gaat. Nu waren de mensen helemaal in de war. Dus al die brieven hadden ze voor niets gekocht? Nu werd punt 36 voorgelezen: ‘ Iedere christen die echt berouw heeft over zijn zonden, zal vergeving van zijn zonden krijgen zonder brieven van de paus.’ Wie had dit geschreven dachten de mensen? Het waren 95 stellingen en iedereen praatte er over. Dat moest iedereen weten vonden alle mensen. Maarten luther wist van niks in 2 weken tijd wist heel Nederland, Frankrijk, Engeland en Italië en uiteindelijk kreeg Maarten Luther gelijk.