Vrijdag 5 november (16.00 uur) vindt in de Godeharduskerk van de protestantse gemeente Marrum-Westernijkerk de officiële ingebruikneming plaats.

Het orgel kon de afgelopen twee jaar eindelijk worden gerestaureerd, nadat het meer dan 25 jaar zweeg. In de tussentijd heeft men zich bij het begeleiden van de gemeentezang beholpen met enkele kleine pijporgels.

In 1831 bouwde Johan Adolf Hillebrand uit Leeuwarden het orgel voor Marrum. Zijn werk werd echter meteen in 1831 afgekeurd, waarna het instrument door de Groningse orgelmakers Nicolaas Anthoni Lohman en diens zonen in 1833 werd afgebouwd, waarbij meteen diverse wijzigingen werden aangebracht.

In de loop van de tijd werd het orgel verschillende keren gerestaureerd. Door restauraties in onder andere 1944 en 1973 is het orgel „behoorlijk verknoeid.”
Jarenlang werd een restauratieplan van het toenmalige kerkbestuur en adviseur Jan Jongepier opgehouden. Pas in 2007 kon daar een begin mee gemaakt worden. Stef Tuinstra had inmiddels het stokje van Jongepier overgenomen.

Het orgel werd gerestaureerd door de firma Mense Ruiter Orgelmakers te Zuidwolde in samenwerking met Orgelmakerij Van der Putten te Finsterwolde en Flentrop Orgelbouw te Zaandam, die het klankgedeelte voor haar rekening nam. Het in 1944 aangebrachte vrije pedaal kon helaas (nog) niet worden gerestaureerd. Het orgel heeft nu (weer) een aangehangen pedaal zoals vóór 1944. De hoop leeft dat het vrije pedaal in de toekomst, als een nieuw bijpassend pedaalwerk, ook nog kan worden herbouwd.

De ingebruikneming vrijdag is voor genodigden. Op het programma staat onder andere een uitleg van de restauratie met klankdemonstratie door de orgelmakers en Stef Tuinstra.

Zaterdagmiddag 6 november is er van 14.00 tot 17.00 uur een open dag met uitleg over de restauratie en is er gelegenheid om zelf te spelen. Zondag 7 november zijn er twee feestelijke kerkdiensten waarin de kerkelijke gemeente voor het eerst weer bij het orgel zal zingen.