Dat blijkt uit onderzoek van pedagoge Linda van den Dries van de Universiteit Leiden. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), die de studie mede heeft gefinancierd, bracht de resultaten donderdag naar buiten.

Van den Dries vergeleek tijdens haar onderzoek twee groepen pleegkinderen uit China. De ene groep verbleef voorafgaand aan de adoptie in een kindertehuis, de andere groep woonde bij een pleeggezin.

De kinderen die in een tehuis hadden gezeten, bleken tot een halfjaar na de adoptie een grotere achterstand te hebben in hun verstandelijke en motorische ontwikkeling dan hun leeftijdgenootjes die bij een pleeggezin hadden gewoond. Het vertrouwen dat kinderen bij spanning in hun nieuwe ouders stellen, bleek groter te zijn naarmate zij op jongere leeftijd waren geadopteerd.

Volgens de onderzoekster maken geadopteerde kinderen in de eerste zes maanden na hun adoptie een belangrijke inhaalslag op het gebied van verstandelijke ontwikkeling en lichamelijke groei. „Adoptie is dus een bijzonder effectieve manier om de ontwikkeling van kinderen een zetje te geven.” Van den Dries raadt daarom aan om kinderen zo vroeg mogelijk te adopteren.