---


Donderdag 28 oktober

Vandaag wil ik het even wat kalmer aan doen. Het is druk. Eigenlijk zou ik een fulltime­assistent nodig hebben. Ik ben behalve predikant ook hoog­leraar, zodat ik meerdere malen per week preek en op ver­schillende dagen colleges geef. Dat moet goed voorbereid worden en dat vraagt tijd. En dan zijn er de vele brieven die ik moet lezen en beantwoorden. En dan is er nog de zorg voor het klooster waar ik leiding aan moet geven.

Zodra ik vanmorgen mijn colleges heb gegeven, wil ik een wandeling langs de rivier de Elbe maken; daarna een rondje door de stad. Ik moet even de wind voelen – en dat kan mooi bij de Elbe. Het water staat niet zo hoog, dus het pad ernaast is goed begaanbaar.

In de stad tref ik daarna vast nog wel een paar studenten met wie ik een pot bier kan drinken. En bij dat drinken kunnen we mooi nog even over de dingen spreken. Zelf ben ik het klooster ingegaan om zo dicht mogelijk bij God te komen. Maar theologie ben ik gaan studeren om zo veel mogelijk over Hem te weten te komen. Bij studenten merk ik datzelfde verlangen, maar ik vraag me wel af wat ze de mensen voorhouden als ze straks zelf preken en pastoraat doen.

Gisteravond heb ik nog een poosje in Erasmus gelezen, maar daar word ik ook niet echt blij van. Aanvankelijk dacht ik dat we met onze kritiek op de kerk op één lijn zaten, maar dat is dus helemaal niet het geval. Het menselijke heeft bij hem toch meer waarde dan het goddelijke, en daarom spreekt hij weinig over genade. Christus is bij hem meer Voorbeeld dan Verlosser, en op zo’n manier loop je dan toch weer helemaal vast.

Het is goed te lezen hoe scherp zijn kritiek op de levensstijl van de geestelijkheid is, maar daarmee blijft hij toch aan de buiten­kant zitten. Mij gaat het om de kern van de zaak, dus met Erasmus kom ik niet verder. Ik maak mij zorgen over zijn koers. Al met al reden genoeg voor een beetje ont­spanning later vandaag.

Dit is het derde deel in een vijfdelige serie in de aanloop naar Hervormingsdag.