De veiligheidssituatie is in de afgelopen maanden in rap tempo verslechterd. Nog nooit sinds het begin van de invasie van het Centraal-Aziatische land in 2001 was de toestand zo gevaarlijk, stelden internationale hulporganisaties in Afghanistan vorige maand in The New York Times.

Maandag werd een Nederlandse hulpverlener met zijn Afghaanse chauffeur in het noorden van het land ontvoerd. De Taliban zijn vooral actief in het zuiden en oosten van het land, maar zijn ook steeds actiever in het noorden en het westen. De beweging ontvoert met enige regelmaat hulpverleners. Maar ook criminele bendes zijn een gevaar. Zij kidnappen hulpverleners en verkopen deze door aan de Taliban.

De afgelopen maanden waren er al zeker drie ernstige incidenten waarbij buitenlandse hulpverleners waren betrokken. Vorige maand werd de Britse Linda Norgrove met drie collega’s gekidnapt in de oostelijke provincie Kunar. De ontvoerders lieten beide collega’s vrij, maar Norgrove kwam op 8 oktober om het leven tijdens een bevrijdingsactie door Amerikaanse militairen. De 36-jarige Norgrove werkte voor de Amerikaanse organisatie DAI.

Op 10 augustus kwam kwam een christelijk medisch team bestaande uit zes Amerikanen, twee Afghanen, een Duitser en een Brit om bij een hinderlaag in de noordelijke provincie Badakhshan. Ze waren op weg naar de hoofdstad Kabul na een twee weken durende missie in de provincie Nuristan.

En in juli vielen strijders van de Taliban het kantoor van DAI aan in de stad Kunduz in de gelijknamige provincie. Daarbij kwam een Britse beveiliger om. DAI voert veel ontwikkelingswerk uit in opdracht van de Amerikaanse regering.