John Propitius: tussen Messiaen en Psalm 42
John Propitius (57) neemt vrijdag 29 oktober in Kampen afscheid van de orgelwereld. Concerten geven gaat niet meer. Hij kijkt terug op zijn 40-jarige organistenloopbaan. „Door Psalm 42 is het allemaal zo gelopen.”
Bestel hier voor € 11,95 de dvd ”John Propitius improviseert”.
In een brief aan zijn publiek kondigde John Propitius in december aan dat hij „met onmiddellijke ingang” stopt met zijn concertpraktijk. Reden: „Mijn arts vindt het niet meer verantwoord, zowel psychisch als lichamelijk, om de concerten nog voort te zetten.” Sindsdien heeft de organist uit Langbroek geen concert meer gegeven. Zijn laatste bespeling was precies een jaar geleden, in Tholen.
Wrang genoeg valt het afscheid van de orgelwereld samen met het feit dat Propitius dit jaar veertig jaar organist is. Het deed hem besluiten een en ander te combineren: een afscheids- en jubileumconcert ineen, in de Bovenkerk van Kampen.
Of Propitius zelf zal spelen, moet op de avond zelf duidelijk worden. Wel dirigeert hij z’n koren. Bevriende musici en oud-leerlingen verzorgen het concert. De avond opent met Propitius’ toccata over Psalm 56:5, gespeeld door zijn jonge, talentvolle oud-leerling Arjan Veen, die in Rotterdam bij Aart Bergwerff studeert. Aan Veen heeft Propitius onlangs z’n muziekbibliotheek gegeven. „Over die stap heb ik twee jaar gedaan.”
De afsluiting van zijn loopbaan als concertorganist komt na een lange periode van vallen en opstaan. Na een hoogtepunt in zijn leven als musicus, rond 1987, volgt een moeilijke tijd. Hij raakt regelmatig in een diepe depressie. In die tijd geeft Propitius toch concerten. „Als je hypomanisch bent, heb je ook een aantal maanden dat het goed gaat, dat je zelfs heel creatief bent. Dan kwamen de mooiste dingen uit m’n handen. Orgelcommissies stonden in zo’n periode direct op de stoep. Tot ik weer instortte.” Rond 1996 is Propitius echter helemaal uit de running.
Als hij in 1998 weer mag gaan spelen, blijkt algauw dat hij geen literatuur meer kan studeren: de bijwerkingen van de medicijnen tegen manische depressiviteit veroorzaken een leesprobleem.
Noodgedwongen speelt Propitius daarom sindsdien programma’s met improvisaties en verzoeknummers. Zijn publiek geniet ervan. „Ikzelf had er moeite mee, ik had meer gewild. Toch ben ik de afgelopen tien jaar niet minderwaardig bezig geweest. Ik ben mijn eigen weggetje gegaan, met mijn eigen publiek. Mijn programma’s hadden een andere functie dan die van een volwaardig orgelconcert. Ik heb veel mensen kunnen bemoedigen met mijn spel. Dat is Gods opdracht voor mij geweest. Vergelijk het met een predikant die de preekstoel niet meer op kan, maar nog wel in het pastoraat bezig is. Zo voelt het een beetje. Dat was mijn taak. Die is nu voorbij.”
Als kerkorganist is Propitius sinds 1997 actief in de gereformeerd vrijgemaakte kerk De Bron in Driebergen. Hij laat het Bätz/Witteorgel dat de kerk rijk is horen. „Bij sommige combinaties is het net of je de grote broer van de Maartenskerk in Tiel hoort. Geweldig.”
Het spelen in de eredienst –hij doet nog hooguit één dienst per zondag– kost Propitius behoorlijk veel moeite. Hij loopt naar het orgel. „Het bekende trio van mijn Psalm 42 met de snelle loopjes: als ik dat wil spelen, ga ik me van tevoren talloze keren afvragen met welke vinger ik ook alweer moet beginnen. Dit als gevolg van mijn dwangstoornis. Zo ging het de laatste tijd ook met concerten. M’n registranten zagen me ’s middags als een bibberend vogeltje op de orgelbank zitten. Meestal viel het gelukkig ’s avonds van me af. Maar ik heb ook concerten moeten afzeggen. Vandaar dat m’n arts zegt dat het niet meer mag.”
Psalm 42: die komt steeds weer terug in het gesprek. De bijna twaalf minuten durende fantasie die Propitius ooit in de evangelisch-lutherse kerk van Den Haag op de lp vastlegde, heeft hem steeds vergezeld. De achterliggende jaren wilde het publiek het stuk steeds weer horen. Ook tijdens het concert in Tholen vorig jaar dook het plotseling nog één keer op.
„Door Psalm 42 is het allemaal zo gelopen”, zegt Propitius. „Begin jaren 80 maakte ik in Den Haag, Nijmegen en Kampen lp’s waarop ook literatuur van onder anderen Reger, De Lange, Karg-Elert, Mendelssohn en Gigout stond. Op die uit Den Haag stond dus ook mijn Psalm 42. Die sloeg zo aan dat mijn producer voorstelde een opname met eigen koraalbewerkingen te maken. Ik wilde dat eigenlijk helemaal niet, ik had het gevoel dat ik daar helemaal niet aan toe was. Dat komt wel als ik 40 ben, dacht ik. Na lang aandringen is die lp er gekomen: vanuit Bolsward. En dan gaat het balletje rollen.”
Propitius was in die tijd naar eigen zeggen met heel andere dingen bezig. „In 1978 studeerde ik in Utrecht af met Spaanse muziek, een triosonate van Bach, de Final uit de eerste sonate van Guilmant, het Te Deum van Langlais. Niet Feike Asma was mijn voorbeeld, maar tegen Anton Heiller keek ik op. De Fransmannen Jean Langlais en Jehan Alain: met hun muziek was ik bezig. Dat wilde ik. Daniel Roth is nog altijd een van mijn toppers. Zijn vertolking van een Choral van Franck is monumentaal.”
Ook op zijn concerten speelde Propitius van Bach tot modern. „In Hasselt heb ik ooit de Litanies van Alain gespeeld, waarbij ik de mensen wel vooraf duidelijk maakte waar het stuk over gaat. Ze hebben het gepruimd. In Schoonhoven speelde ik eens werk van Andriessen na de grote H-Moll van Bach, gevolgd door een bewerking van Asma. Voor mezelf was ik met Messiaen bezig. Ik was zoekende in die tijd. Als m’n leven anders was gelopen, was ik waarschijnlijk bij de laat-Franse orgelmuziek uitgekomen.”
Ook qua improvisatie wilde Propitius verder komen. Hij vroeg in 1989 Jan Jongepier hem les te geven, maar die verwees hem naar Jos van der Kooy. „Ik heb er nog steeds spijt van dat het daar niet meer van is gekomen. Ik ben een fan van Jos. Hoe hij kan improviseren: razend knap!” Ook van Bas de Vroome is Propitius een fan. „Hij is echt een organist die vanuit zijn overtuiging muziek maakt. Daar moeten we verschrikkelijk zuinig op zijn.”
Hij gaat niet zozeer de orgelwereld missen. „Ik vind dat die is verhard. Ik mis het respect voor elkaar, ook als je een andere smaak en stijl hebt. Vroeger gingen organisten als Feike Asma, Piet van Egmond en Simon C. Jansen heel fatsoenlijk met elkaar om. Dat ontbreekt tegenwoordig heel vaak. Wat ik wel enorm ga missen, is het contact met m’n mensen.”
John Propitius
John Propitius werd in 1953 in Baarn geboren. Hij ontving zijn opleiding van onder anderen Jaap Zwart sr. en aan het Utrechts conservatorium bij Nico van den Hooven en Jan Welmers. Van 1969 tot 1977 was hij organist van de hervormde gemeente van Baarn en van 1977 tot 1997 van de Oude Kerk van Barneveld. Sinds 1997 is hij verbonden aan de gereformeerd vrijgemaakte kerk De Bron in Driebergen. Propitius maakte diverse lp- en cd-opnamen. Hij dirigeert koren in Soest, Hilversum en Amerongen.