De topman van de VN is bezorgd over het lot van zeker 3,5 miljoen Noord-Koreaanse vrouwen en kinderen die nu al afhankelijk zijn van humanitaire hulp. In de jaren negentig kampte het meest geïsoleerde land op aarde al met hongersnood. Volgens hulporganisaties stierven destijds enkele honderdduizenden mensen door ondervoeding.

Noord-Korea kampte dit jaar met langdurige droogte in grote delen van het land. De oogsten werden verder negatief beïnvloed door overstromingen in het noordwesten, nabij de grens met China. Daarnaast importeert het bewind in Pyongyang te weinig graan om de bevolking te kunnen voeden.

Jaarlijks heeft Noord-Korea circa 3,5 miljoen ton graan nodig. Ruim een kwart hiervan zou moeten worden geïmporteerd.

VN-organisaties hebben verder grote moeite om donorgeld in te zamelen voor Noord-Korea. Volgens ramingen was vorig jaar 492 miljoen dollar (352 miljoen euro) nodig voor hulpacties in de stalinistische republiek. Uiteindelijk kregen VN-instellingen slechts de beschikking over circa honderd miljoen dollar.

Zuid-Korea liet in een reactie weten dat het niet van plan is om de grootschalige voedselhulp aan het buurland te hervatten. De hulptransporten werden in 2008 stilgezet door de Conservatieve Zuid-Koreaanse regering. Die wil alleen grote partijen hulpgoederen verstrekken aan Noord-Korea als de machthebbers in Pyongyang stoppen met de ontwikkelling van nucleaire wapens en terugkeren naar de onderhandelingstafel.

In het verleden stuurde Zuid-Korea jaarlijks 400.000 ton rijst en 300.000 ton kunstmest naar Noord-Korea. Op dit moment worden slechts kleine hoeveelheden hulpgoederen beschikbaar gesteld.