Orgel en hobo
Wouter van Belle weet zijn orgel in de Sint-Catharinakathedraal in Utrecht gevoelvol te beschrijven. Met woorden die helemaal passen bij de uit 1903 stammende schepping van Maarschalkerweerd. Hij typeert het orgel met „een brede en donkere klank, wortelend in de periode van de late romantiek”, „kleurrijk in zachte en warme tinten, met een rond en dragend geluid”, „een introvert instrument met een rijke klank die veel poëzie herbergt en volgens sommigen zelfs mystieke kwaliteiten bezit.”
Het is duidelijk dat de liefhebber van het barokke orgel hier niets van zijn gading vindt, in tegenstelling tot iemand die de Franse romantiek weet te waarderen.
Van Belle kiest muziek die past bij de klank van het orgel. Met uitzondering van César Franck betreft het steeds componisten uit de 20e eeuw: Ireland, Koetsier, Mul, De Klerk, Andriessen en Duruflé – het Franse (laat)romantische klankidioom. Niet alle composities hebben de statuur van de koralen van Franck. Enkele zijn gecomponeerd voor hobo en orgel, waarbij opvalt dat de instrumenten bijzonder goed op elkaar aansluiten.
Hoogtepunt van de cd vind ik het eerste Choral van Franck. De intieme sfeer van bepaalde passages, afgewisseld met bijna donker-dreigende klankkleuren, uitlopend op een breed klinkend fortissimo: alle klankkleuren van het orgel komen aan bod. Af en toe zijn natuurlijk fraaie zwelkasteffecten te beluisteren.
Het zou misschien passend geweest zijn als de opname iets ruimtelijker was geweest: dit orgel en deze muziek zouden dat zeker verdragen. Aan de andere kant: Wouter van Belle en zijn opnametechnici kiezen voor een subtiel evenwicht, romantisch zonder dat het zwelgen wordt.
Choral Joyeux, Wouter van Belle (orgel), Metske Gerlsma (hobo); tuliprecords.nl (TURE 201003); € 18,50; bestellen: www.jqz.nl
Wouter van Belle, orgel
Wouter van Belle (orgel), Metske Gerlsma (hobo)
Wouter van Belle (orgel), Metske Gerlsma (hobo)