Dat harde oordeel uitte de jongerenbeweging van het CDA, het CDJA, dinsdag in een analyse van de christendemocratie. Het is de eerste evaluatie binnen de partij van de verkiezingsnederlaag in juni dit jaar. In opdracht van het partijbestuur werkt een commissie onder leiding van Leon Frissen, gouverneur van Limburg, ook nog aan een onderzoek.

Een woordvoerder van het partijkantoor zei dat het bestuur blij is met een jongerenbeweging die de discussie niet uit de weg gaat. Het CDJA-rapport zal volgens hem door de commissie-Frissen worden meegenomen. Hij zei daarom ook niet inhoudelijk te kunnen reageren op de kritiek van de jongeren.

Volgens het rapport heeft de nadruk bij het CDA de laatste tijd te veel gelegen op de economie. „Het feit dat veel van de zorgen van burgers over immateriële zaken gaan werd onderschat”, aldus het CDJA. Een voorbeeld is volgens hen de integratiediscussie en de verdere marktwerking in de zorg.

Het CDA heeft volgens de jongeren ook steken laten vallen, omdat het optreden van prominente CDA-politici niet overeenkwam met het gedachtegoed. Zo is er in 2006 en 2010 een harde anti-campagne gevoerd, is door CDA-leider Jan Peter Balkenende een voorkeur uitgesproken voor een coalitie en formuleerde hij een breekpunt. Ook zijn Tweede Kamerleden met gewetensbezwaren tijdens de afgelopen kabinetsformatie onder druk gezet en stapte een CDA-staatssecretaris op vanwege een buitenechtelijke relatie.

De opstellers willen binnen het CDA „met lef een onderscheidend tegengeluid” laten horen, dualistisch tegenover de eigen bewindslieden in het kabinet. De partij moet opkomen voor de menselijke maat, persoonlijke verantwoordelijkheid, gemeenschapszin en normen en waarden. CDJA-voorzitter Jeroen van Velzen maakte duidelijk dat juist nu de partij weer in de regering zit, de jongeren er bovenop zullen zitten om de discussie gevoerd te krijgen: „Ze zijn nog niet van ons af.”