Geestelijke verzorging in veelkleurige wijk
”Kurso di Beibel” staat er op een poster naast de ingang van de Elimkerk in Rotterdam-Zuid. De Papiamentse aankondiging van een Bijbelcursus laat zien dat de kerk zich betrokken voelt op Antillianen. Ds. B. van Zuijlekom ziet ernaar uit dat zijn gemeente even gekleurd wordt als de wijken in het stadsdeel, die voor meer dan 50 procent uit allochtonen bestaan.
Donderdagavond, halfacht. In een zaaltje van de gereformeerd vrijgemaakte Elimkerk –thee, koekjes en spekjes op tafel– wachten de eerste deelnemers op de start van een toetrederscursus. In de hal begroet ds. Van Zuijlekom een vrouw die haar fiets binnen parkeert. „Natuurlijk, doe alsof je thuis bent.”
Vali (25) heeft de cursusmap al open voor zich liggen. Ze is geboren op Sint Eustatius, protestants gedoopt en woont sinds 1999 in Nederland. Dit seizoen volgt ze voor het eerst een cursus in de Elimkerk. „De pastoor (ds. Van Zuijlekom, MB) was een keer in de buurt. We stonden met een groep op straat en hij nodigde ons uit langs te komen.”
Haar eerste ervaring met de cursus is positief. „Ik kom hier omdat ik een leegte in mijn leven ervaar. Hier leer ik meer over God en over de Bijbel. Het is een gezellige groep en ik krijg antwoord op mijn vragen”, zegt Vali. Ze volgde een opleiding voor thuiszorg, heeft nu een baan als heftruckchauffeur en hoopt in de toekomst bij de landmacht aan de slag te kunnen.
Tegen achten zitten behalve ds. Van Zuijlekom en twee gemeenteleden nog vier vrouwen en zes mannen rond de tafel, de meesten van Antilliaanse afkomst. Na het gebed informeert de predikant hoe het gaat met hun stille tijd, een thema dat de vorige les aan de orde is geweest. „Als ik in de metro of tram zit, doe ik vaak even mijn ogen dicht om te bidden”, zegt een vrouw. Een ander: „Ik ben vaak druk met school, werk en huishouden. Aan het eind van de dag denk ik dan: Nu moet ik ook nog stille tijd houden.”
Ds. Van Zuijlekom haakt daarop in: „Dan is dat het laatste wat je doet. Misschien kun je er de dag ook mee beginnen.” Op zijn vraag wie er tijdens zijn stille tijd in de Bijbel leest, schudden de meesten het hoofd. „Het is goed dat wél te doen en daar de tijd voor te nemen. Wat je leest, moet van je hoofd in je hart komen. Je moet erover nadenken.”
Deze avond staat er een pittige les op het programma waarin onder meer de thema’s zondeval en wedergeboorte aan de orde komen. De cursusmap bevat verwijzingen naar Bijbelgedeelten en passages uit de Drie Formulieren van Enigheid. Ds. Van Zuijlekom licht er enkele elementen uit en geeft daar een toelichting op. Tussendoor gaat hij in op vragen uit de groep, bijvoorbeeld over mensen die de duivel vereren.
Op eenvoudige wijze legt de predikant het begrip wedergeboorte uit. „We zijn zo diep gevallen dat we niet meer terug kunnen naar God. Hij moet ons een nieuw hart geven. Geen hart van steen, waarop Gods woorden afketsen, maar een hart van vlees, waarin de woorden van God binnendringen. Zodat ik niet meer voor mezelf wil leven maar voor Hem. Daar hebben we net ook om gebeden.”
Tegen halftien vat de predikant de les samen en leest hij ter afsluiting enkele gedeelten uit Johannes 6. „Jezus geeft Zichzelf. Leef voor Hem, ken Hem, geef je over aan Hem”, zo houdt hij de groep voor.
Het is voor het eerst dat hij een toetrederscursus geeft, zegt de predikant na afloop. Sinds mei 2006 is hij voor 60 procent verbonden aan de gereformeerde kerk vrijgemaakt te Rotterdam-Zuid. Voor 40 procent is hij in dienst van de Missionaire Arbeid Rijnmond (MAR), met als speciale opdracht het werk onder Antillianen.
Om zich in hun cultuur te verdiepen, maakte hij indertijd een studiereis naar Curaçao. „Er wonen in Rotterdam zo’n 21.000 Antillianen. In het begin richtte ik me helemaal op deze groep. Langzamerhand heeft het werk zich verbreed, omdat ik in deze stad nu eenmaal ook Kaapverdiërs, Chinezen en nog vele andere nationaliteiten tegenkom.”
De predikant weet dat Antillianen geen beste naam hebben en nogal eens met drugs en criminaliteit in verband worden gebracht. „Ik probeer vooral te kijken wat daarachter zit. Er is onder Antillianen veel sociaal-maatschappelijke nood. Het zijn ook mensen die zich moeilijk binden. De ene keer zijn ze wel op een Bijbelstudie, de andere keer niet.”
Op zaterdag geeft ds. Van Zuijlekom Bijbelles aan een groep Antilliaanse kinderen die een club in de Elimkerk hebben. Ook besteedt hij tijd aan pastorale contacten met allochtonen. Sinds vorige maand gaat hij bovendien, naast de diensten in de Elimkerk en de christelijke gereformeerde Nebokerk, elke zondag voor in een schoolgebouw in de Beverwaard. Hij noemt het „boven verwachting” dat de eerste diensten in die wijk tussen de vijftig en de negentig bezoekers trokken.
De predikant ziet ernaar uit dat steeds meer allochtonen gaan participeren in de gemeente rond de Elimkerk. „In etnische kerken geloof ik niet. Ik hoop dat er in onze kerk in deze veelkleurige stad steeds meer zichtbaar wordt van de gemeente die God Zich vergadert uit alle volken en stammen en talen en natiën.”
De afgelopen jaren verzorgde ds. Van Zuijlekom diverse cursussen voor Antillianen, bijvoorbeeld over de Tien Geboden. Omdat een aantal deelnemers toegroeide naar kerklidmaatschap, startte hij dit seizoen met een gerichte toetrederscursus, waarbij echter ook enkele nieuwe cursisten aanschoven.
Een van de deelnemers is Steven (40), een extraverte, werkzoekende Antilliaan. Op de vraag hoe hij bij de cursus terechtgekomen is, zegt hij: „Via een boodschap uit de hemel. Ik heb in een droom gehoord dat ik in de Heilige Schrift moet lezen om wijsheid te krijgen. Een andere deelnemer vertelde me over deze cursus.”
Steven werd geboren op Curaçao. Hij groeide op in een christelijk gezin en bezocht de afgelopen jaren diverse kerken in Rotterdam. Hij zegt echter Bijbelkennis te missen. „Ik heb wel in de Bijbel gelezen, maar die bestaat niet uit één bladzijde. Psalmen, Johannes, Genesis: ik hoor hier veel nieuwe dingen. Ik leer God en Jezus kennen. Deze cursus is echt geestelijke verzorging voor mij.”
MAR tien jaar actief onder minderheden Rijnmond
Krimpende kerken en een toename van het aantal allochtonen in de stad. Die beide ontwikkelingen brachten de gereformeerde kerken vrijgemaakt in Rotterdam eind vorige eeuw in een „uitdagende” situatie. Ze wilden graag mensen van allerlei nationaliteiten met de Bijbelse boodschap bereiken, maar hadden daarvoor slechts beperkte mogelijkheden. Daarom zochten ze samenwerking met kerken uit de regio. Dat leidde tien jaar geleden tot de oprichting van de Missionaire Arbeid Rijnmond (MAR).
Het evangelisatiewerk onder minderheden had al langer de aandacht, zegt MAR-voorzitter Cees Zomer „In de jaren zeventig was er in Rotterdam-Crooswijk een koffiebar waar veel buitenlanders op afkwamen. Zij konden daar binnenlopen om over God te spreken. Ook werden er activiteiten georganiseerd zoals ontmoetingsavonden en naai- en taalcursussen.”
Veel bezoekers hadden een hindoestaanse of islamitische achtergrond. Dit leidde begin jaren tachtig tot de oprichting van een moslim- en een hindoewerkgroep. Deze hadden als doel het bevorderen van de deskundigheid in het gesprek met beide groepen. In 1983 werd ds. J. W. Roosenbrand in Rotterdam bevestigd. Hij richtte zich speciaal op het gesprek met Pakistanen en hindoes. Dit leidde tot het beleggen van speciale kerkdiensten voor deze doelgroep, in hun eigen taal. Ook ging Samson Shazhad, een christelijke Pakistaan, als evangelist aan de slag.
Omdat het toenemende werk onder culturele minderheden de spankracht van de vrijgemaakte kerken in de Maasstad te boven ging, werd steun gezocht in de classes Rotterdam en Hoogvliet. Achttien kerken in de regio dragen nu gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de missionaire en diaconale arbeid in het Rijnmondgebied.
In 2000 werd ds. M. de Vries bevestigd als predikant met een fulltimeopdracht voor het evangelisatiewerk onder moslims. Het werk onder hindoes heeft nu plaats onder leiding van oud-zendingspredikant ds. J. P. C. Simpelaar (60 procent). Ds. B. van Zuijlekom is sinds 2006 eveneens in dienst van de MAR (40 procent), met als aandachtsgebied de Antillianen. Op dit moment hebben gesprekken plaats over de verbreding van zijn werkterrein naar andere nationaliteiten in Rotterdam-Zuid.
De samenwerking met de classiskerken leidde er niet alleen toe dat het werk de afgelopen jaren kon doorgaan, maar ook dat het is geprofessionaliseerd, zegt MAR-voorzitter Zomer. „Vooral het werk onder moslims heeft sinds de aanstelling van ds. De Vries een hoge vlucht genomen. Het is boeiend te zien welke ingangen hij in de moslimwereld heeft gevonden om met kennis van zaken het getuigend gesprek aan te gaan. Ook rust hij gemeenteleden toe om dat in hun eigen omgeving te doen.”
Het werk onder Pakistanen maakte eveneens een ontwikkeling door. Sinds twee jaar worden er geen aparte kerkdiensten voor hen meer gehouden. Zij nemen nu deel aan de reguliere diensten van de gkv te Rotterdam-Centrum.