Zaak-Wilders: OM tilt zwaar aan vrijspraak predikant
AMSTERDAM – Met felle kritiek op de islam beledigt Wilders nog geen moslims. Daarom moet de PVV-leider worden vrijgesproken van groepsbelediging. Die lijn kiest het openbaar ministerie (OM). Duidelijk leunend op de vrijspraak van ds. Herbig, die homoseksualteit een vieze en vuile zonde noemde.
Wikken en wegen is het rond het strafrechtartikel groepsbelediging (137 c van het Wetboek van Strafrecht).
Aanklaagster B. van Roessel gebruikte dinsdag bij de rechtbank in Amsterdam het beeld van een weegschaal om duidelijk te maken hoe lastig het kan zijn om de omstreden uitspraken van Wilders juridisch te toetsen. „In brede kring bestaan over de uitleg van het artikel hardnekkige misverstanden.”
Is een uitspraak op zichzelf beledigend? Dan gaat er een gewichtje naar de ene kant van de weegschaal. Wordt de omstreden opmerking van zijn beledigende karakter ontdaan, omdat die uitlating is gedaan in een bepaalde context, bijvoorbeeld een politiek debat? Hup, dan slaat de weegschaal weer door naar de andere kant.
Al dat gewik- en geweeg verklaart wellicht waarom ook in de zaak-Wilders magistraten tot verschillende oordelen komen.
Voor het OM staat vast dat Wilders moet worden vrijgesproken van groepsbelediging van moslims. Hij moet de vrijheid hebben om de islam fors te bekritiseren. Als hij bijvoorbeeld spreekt over „de fascistische islam, de zieke ideologie van Allah en Mohammed zoals neergelegd in de islamitische Mein Kampf: De Koran” dan beledigt hij daarmee nog niet de moslims als groep. Hoe „grof en ongepast” zijn woorden ook zouden zijn.
Opvallend is dat het OM zwaar leunt op het „maatgevende” arrest van de Hoge Raad in de zaak van de Hengelose predikant ds. E. S. Herbig. Die betitelde in 1998 in een ingezonden stuk in een krant homoseksualiteit als „een vieze en vuile zonde.” Op zichzelf, oordeelde de rechter, had die uitlating een beledigend karakter. Maar dat de weegschaal voor de predikant toch de goede kant opsloeg, had te maken met de context waarin de predikant, voorganger in pinkstergemeenten, zijn opmerking maakte. „Hij wilde vanuit zijn geloofsovertuiging de mensheid waarschuwen.”
Asielzoekers
Als mensen in een debat harde taal bezigen, gaan ze niet per definitie vrijuit, betoogden de aanklagers dinsdag. Zo volgde veroordeling voor iemand die een fel stuk schreef over asielzoekers in een Friese krant. Dit naar aanleiding van de moord op Marianne Vaatstra. Hij repte onder meer van „beulen, dieven, moordenaars en zwaar veroordeelden” en schreef woorden met de strekking: „U en de uwen van het asielzoekerscentrum komen als eersten als verdachten in aanmerking.” Van Roessel: „De uitlatingen werden gedaan in een maatschappelijke context. Het betrof kritiek op het opsporingsonderzoek. Maar de rechter heeft geoordeeld dat die context het beledigende karakter van de uitspraken niet ontneemt.”
Daar staat tegenover dat iemand die rondliep met een spandoek ”Rita, moordenaar” vrijuit ging. Het ging om protest tegen beleid van toenmalig minister Verdonk van Vreemdelingenzaken, in verband met de brand in 2005 op het cellencomplex op Schiphol. Daarbij kwamen elf illegalen om. „Die uitlating werd volgens de rechter gedaan ten tijde van een hoog oplopend debat, waarbij sommigen het verband legden tussen de gebeurtenissen op Schiphol en het beleid van de minister. De rechter oordeelde dat de uitspraak op het spandoek weliswaar weinig kies was, maar in deze context niet strafbaar was.”
Gekwetste gevoelens
Het OM hamert erop dat „gekwetste gevoelens” niet per definitie leidraad moeten zijn voor een veroordeling. De aanklagers namen woensdag uitdrukkelijk afstand van een veroordeling tot in hoger beroep van het Palestina Komitee. In die zaak achtte het hof een ansichtkaart beledigend voor Joden. Op de kaart stond een stippellijn tussen iemand met Israël op zijn helm en iemand met een hakenkruis.
Het hof veroordeelde het Palistina Komitee om die kaart „vanwege de gevoelens die de afbeelding bij Joden kan oproepen.” Fout, vinden de aanklagers Van Roessel en Velleman. Ze schaarden zich woensdag achter een geleerde die dit arrest „volstrekt onterecht” vindt. Van Roessel: „Met die kaart werd kritiek geuit op de politiek van de staat Israël. Het was geen oordeel over Joden.”
In de optiek van het OM slaat de weegschaal op het punt van groepsbelediging door ten gunste van Wilders. Maar voor de PVV-leider is het pleit nog niet beslecht. Komende vrijdag zal het OM duidelijk maken of Wilders zich schuldig heeft gemaakt aan haatzaaien, de tweede pijler onder de aanklacht. Uiteindelijk heeft de rechter het laatste woord.