De Duitse ARD-radio wist te melden dat in het paasweekeinde bij de Algerijnse plaats Illizi een gedeeltelijk uitgebrande blauwe camper van het merk Ivico is gevonden. Met zo’n camper was een echtpaar uit Augsburg dat tot de vermisten behoort op stap.

Ben Boudria wijst er in een interview, dat zondag in de krant El Watan stond, op dat geen enkele groep de verantwoordelijkheid voor de ontvoering heeft opgeëist en dat van de Algerijnse regering geen losgeld is gevraagd. „Terroristen houden geen gijzelaars vast”, zegt Boudria. „Ze doden ze gewoonlijk voor het effect in de media of gebruiken ze als onderhandelingsmiddel.” Hij zegt ook dat er geen aanwijzingen zijn dat de toeristen zijn vermoord.

Boudria zegt verder dat het voor een grote groep ontvoerders en gijzelaars heel moeilijk is om in de woestijn aan eten te komen. Hij acht het heel waarschijnlijk dat de toeristen nog leven en zegt dat ze zich misschien buiten Algerije bevinden. Hij noemt geen landen, maar enkele reizigers worden vermist bij de grens met Libië.

De 31 vermiste buitenlanders bevonden zich in zeven groepen. Het betreft de Nederlander Arjen Hilbers, die per motor door de woestijn trok, alsmede Oostenrijkers, Duitsers, Zwitsers en Zweden. Bij de zoektocht zijn 5000 militairen en 300 gidsen ingezet.

Ben Boudria zei ervan uit te gaan dat de politie de vermisten zal vinden. Volgens hem zijn de groepjes toeristen door hevige zandstormen in de Sahara verdwaald. Hij wijst de theorie als zouden de toeristen door gewapende moslims zijn ontvoerd, van de hand.

Binnen de Duitse regering groeit volgens het weekblad Der Spiegel de bezorgdheid over het lot van de vermisten. Het blad vernam in regeringskringen dat de regering vooral bang is dat het Algerijnse leger een bevrijdingsactie gaat beginnen die tot een bloedbad zou kunnen leiden. Duitsland stuurde speciale eenheden naar het Noord-Afrikaanse land om de strijdkrachten te helpen.