Maleisië heft verbod inheemse Bijbel op
De Maleisische regering heeft het omstreden verbod op Bijbels in de inheemse taal Iban opgeheven. Kerken hadden om opheffing van het verbod gevraagd.
De Iban-Bijbel, die bekendstaat als de ”Bup Kudus”, wordt in een groot deel van de provincie Sarawak gebruikt in kerken. Sarawak is een van de twee Maleisische provincies op het eiland Borneo. De rest van het eiland behoort tot Indonesië. De Iban-bevolking is een van de grootste bevolkingsgroepen op het eiland.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken kondigde eerder deze maand aan dat de Bup Kudus met onmiddellijke ingang op een lijst van 35 verboden boeken was geplaatst. Alle boeken op deze lijst zouden schadelijk zijn voor de openbare orde. Waarom de Bijbel gevaarlijk zou zijn, meldde het ministerie niet.
Waarnemend premier Abdullah Ahmad Badawi maakte zaterdag in de krant The Star bekend dat het verbod is teruggedraaid. Er is geen reden om de Bijbel te verbieden en woede te veroorzaken in christelijke kringen, zei hij.
Ongeveer 60 procent van de bevolking van Maleisië is moslim. Daarnaast zijn er zijn er grote groepen boeddhisten, christenen en hindoes. Vrijheid van godsdienst is een van de rechten van de Maleisische grondwet.
Het is in Maleisië bij wet verboden om te proberen een moslim tot een ander geloof te bekeren. Meer dan de helft van de ten minste 700.000 Ibans in Sarawak is al christen. De rest van de Ibans hangt voor het grootste deel een lokale, traditionele stamreligie aan.