Het blijft vooral moeilijk een betrouwbaar bestuur en een goed justitieel apparaat te krijgen, zo blijkt uit een gisteren gepubliceerd rapport van het Afghaanse onafhankelijke bureau TLO.

Volgens de onderzoekers is er tijdens de Nederlandse militaire missie vooral in de districten Tarin Kowt, Deh Rawod en Chora „vooruitgang” geboekt op het gebied van veiligheid en ontwikkelingswerk. Of een en ander beklijft, is sterk afhankelijk van de aanpak van de Amerikanen en de Australiërs, die op 1 augustus de leidende rol van Nederland in Uruzgan hebben overgenomen.

De onderzoekers sommen diverse resultaten op die mede dankzij de Nederlandse inzet tot stand zijn gekomen in Uruzgan. Het aantal non-gouvernementele organisaties is toegenomen van zes naar ruim vijftig. De agrarische sector en de wegen zijn verbeterd en de gezondheidszorg is toegankelijker geworden. Ook zijn er veel meer scholen en winkeltjes. De onderzoekers pleiten er onder meer voor de capaciteit van de Afghaanse veiligheidsdiensten te verbeteren. Vooral voor de politie zijn buitenlandse trainers nodig om agenten op te leiden.

Demissionair minister Van Middelkoop (Defensie) liet gisteren weten dat Nederlandse militairen in april 2009 niet het internationaal recht hebben geschonden toen zij in Tarin Kowt gewapend een ziekenhuis betraden. Klachten die daarover na afloop werden ingediend, waren deels echter wel terecht, antwoordde hij op vragen van D66. Zo was het volgens hem niet goed dat het bezoek vooraf niet was aangekondigd, dat de vrouwenvleugel in het ziekenhuis werd betreden en dat een hangslot van een kast werd geforceerd. De militairen hebben naar aanleiding van de klachten gesproken met de Afghaanse instanties om het vertrouwen te herstellen.