Anderhalve eeuw en zes opeenvolgende generaties, geldt voor de geschiedenis van het familiebedrijf. Het viert in 2010 het 150-jarig bestaan. Een van de activiteiten in dat kader is zaterdag de open dag voor het publiek.

In 1860 startte Diederik Frederik Wegerif een bakkerij met bijbehorende winkel in Baarn. Door de tijd heen ging de zaak elke keer over van vader op zoon. Sinds 1979 staat Kees aan het roer. Diens zoon Corné (24) fungeert inmiddels als zijn rechterhand en is er klaar voor om straks als vertegenwoordiger van de zesde generatie de leiding over te nemen.

In 1972 vestigde Wegerif zich aan de Smeepoortstraat in Harderwijk. Dat gebeurde in een heftige periode. Het bedrijf in Baarn was eind 1971 failliet gegaan. Door de opkomst van het fabrieksbrood in de supermarkten sneuvelden er veel ambachtelijke bakkers. „Bovendien”, tekent Kees Wegerif aan, „dat zeg ik eerlijk: mijn vader bezat te weinig ondernemerschap. Hij was te goelijk.”

Tot 1979 trok Kees’ oudste broer tijdelijk de kar. Daarna trad hij als 22-jarige zelf aan als chef. Onder zijn regie verliepen de zaken voorspoedig. „Ik werd wel gouden Keesje genoemd. Alles lukte”, vertelt hij. Zo opende hij in 1984 een filiaal in Ermelo.

Vandaag de dag telt Wegerif, verdeeld over beide locaties, 27 personeelsleden, onder wie nogal wat parttimers. De bakkerij bevindt zich bij de winkel in Harderwijk. Daar heerst van maandag tot en met zaterdag vanaf een of twee uur ’s nachts volop bedrijvigheid.

Wegerif over zijn werkweek: „Zestig uur met de productie bezig en 20 tot 25 uur met de administratie en het management. Tweemaal per dag drie uur slapen. Maar ik doe het fluitend. Het is m’n hobby.” Bij de vraag wat het bakkersvak dan wel zo boeiend maakt, is zijn vrouw Eef, die fulltime meewerkt, hem al voor: „Wat is er niet boeiend aan?” En: „Ik ben er via mijn man helemaal ingegroeid.”

Brood vormt het voornaamste onderdeel van het aanbod in de winkels van Wegerif. „Maar het gewone brood is geen hoofdzaak meer. Wij leggen ons toe op specialiteiten. De verluxing in de vraag van de consument zet door.” Grof volkoren zonnepit, kwarkbol, vloerbruin sesam, rozijnenbrood, popcornpuntje, panda dubbel donker: het zijn slechts enkele namen uit het enorme assortiment.

Zijn klanten omschrijft hij als „degenen die wat meer geld en wat meer tijd kunnen en willen besteden aan hun voeding.” „Voor mij als ondernemer is de uitdaging zulke producten te maken dat de mensen, ondanks hun drukke bestaan en ondanks parkeerproblemen hier, de moeite nemen om die te komen kopen. Hoe kan ik iets aanbieden dat net een slag anders oogt en smaakt dan elders? Daar draait het om.” Meer dan 99 procent van wat in de winkel ligt, is in eigen huis vervaardigd.

Bakkerij Wegerif, die in 2009 een landelijke prijs ontving en zich daarmee binnen de sector bij de top van Nederland schaarde, zorgt steeds voor nieuwe en verrassende producten. In dat kader past de formule van het weekbroodje: elke week voor dezelfde prijs een speciaal broodje van een andere samenstelling. „Er is genoeg om mee te variëren.”

Binnenkort ligt het zogenoemde hanzebrood in de winkel. Wegerif vertelt met trots over deze noviteit, door hem omschreven als „een kruising tussen brood en ontbijtkoek.” „De gemeente Harderwijk promoot de ontwikkeling van producten uit deze plaats die worden aangeduid met de naam hanzeproducten, bedoeld als een verwijzing naar de historie en de handelsgeest. Zo is het idee ontstaan. Ik heb informatie over kruiden gehaald bij de hortustuin in Harderwijk, waar in de achttiende eeuw de beroemde geleerde Linnaeus onderzoek deed, en ben toen aan de slag gegaan.”

Het resultaat is niet een brood voor de dagelijkse consumptie, maar „een cadeaubrood met een speciale verpakking. Bijvoorbeeld voor bedrijven, om aan relaties te geven of als kerstgeschenk aan hun medewerkers.”

Een kenmerk ervan is dat het geen E-nummering heeft. Dat wil zeggen dat bij de bereiding geen kleurstoffen of conserveringsmiddelen zijn gebruikt. Kees Wegerif: „Het speelt dus ook in op gezond. Het is nog een aarzelende markt, maar de vraag naar E-vrije producten komt er zeker aan.” Daaraan voegt hij toe: „Wij zullen op dat terrein vast nog meer van ons laten horen.”