VS arresteren baas geheime dienst Irak
Het Amerikaanse leger heeft vrijdag Farouk Hijazi, voormalig chef van Saddams geheime dienst, gevangengenomen. Intussen bereidt het Witte Huis een voorstel voor om alle VN-sancties tegen Irak op te heffen en de Verenigde Naties terug te dringen in een adviserende rol.
Hijazi werd door de Verenigde Staten gezien als de schakel tussen al-Qaida en Irak. In december 1998 heeft hij volgens de Amerikanen in Afghanistan een ontmoeting gehad met Osama bin Laden.
Hijazi werd in de buurt van de grens met Syrië gearresteerd. Eerder deze maand gingen Amerikaanse functionarissen er nog vanuit dat Hijazi, tot voor kort ambassadeur in Tunesië, in Syrië zat. Hijazi komt niet voor op de lijst van 55 meest gezochte functionarissen.
Hijazi speelde naar verluidt een grote rol bij de mislukte poging om oud-president Bush senior te doden tijdens diens bezoek in 1993 aan Koeweit.
De CIA en de FBI houden de Iraakse geheime dienst verantwoordelijk voor het plan Bush uit te schakelen met een autobom. Amerikaanse en Koeweitse inlichtingendiensten ontdekten de plannen voortijdig. De VS vuurden eind juni 1993 als vergelding meer dan twintig kruisraketten af op onder meer het hoofdkwartier van de geheime dienst in Bagdad.
Vrijdag werd ook bekend dat de eveneens gevangen vice-premier Tarek Aziz enkele dagen heeft onderhandeld over zijn overgave aan de Amerikanen. Dat vertelde zijn zus in een interview met de Amerikaanse nieuwszender CNN. Hij eiste op een „waardige manier” te worden behandeld en wilde een medische behandeling. De voormalige vice-premier zou recent twee hartaanvallen hebben gehad.
De arrestatie van Aziz kan van groot belang zijn voor de coalitietroepen. Hij beschikt mogelijk over informatie over de verblijfplaats van de verdreven Hussein en diens beide zoons. Ook kan hij misschien meer licht brengen in het Iraakse programma voor massavernietigingswapens. Hij was lid van het hoogste beslissingsorgaan van Irak onder Husseins bewind, de Revolutionaire Commando Raad (RCR).
De Amerikaanse president Bush verwelkomde de arrestatie van Aziz met een glimlach en reageerde op vragen van journalisten met beide duimen omhoog.
De VN-mensenrechtencommissie UNCHR heeft vrijdag een resolutie aangenomen voor de benoeming van een speciale commissaris voor Irak. Die moet onderzoek doen naar schendingen van de mensenrechten door het regime van de verdreven president Saddam Hussein.
Zo’n commissaris zou echter een grote concurrent zijn voor de functionarissen die de Amerikanen in Irak (gaan) benoemen. De Verenigde Staten willen de Verenigde Naties voorlopig op afstand van Irak houden, na de diplomatieke rel die aan de oorlog voorafging.
De commissie riep verder alle bij het conflict in Irak betrokken partijen op zich te houden aan de Geneefse Conventies, die krijgsgevangenen en de burgerbevolking moeten beschermen.
Een van de manieren waarop de VS de VN op afstand willen houden, is het opheffen van de sancties tegen Irak. Zodra de sancties zijn opgeheven -dus niet zijn opgeschort, zoals de Fransen willen- hebben de VN feitelijk elke bemoeienis met Irak verloren. De Amerikaanse regering wil volgende week een ontwerpresolutie bij de VN-Veiligheidsraad indienen over het opheffen van alle sancties tegen Irak. In de tekst wordt de bemoeienis van de VN ingeperkt tot een adviserende rol. Dat heeft vrijdag de krant The Washington Post gemeld.
Volgens de krant zijn de belangrijkste adviseurs van het Witte Huis nog bezig met het afronden van het voorstel. Daarin komen tal van zaken over de toekomst van Irak aan de orde, zoals wederopbouw, de interim-regering en de olieopbrengsten.
De VN legden Irak dertien jaar geleden sancties op als straf voor de inval in Koeweit. Het olie-voor-voedselprogramma is daar een uitzondering op. Bagdad mocht in beperkte mate olie exporteren om onder VN-toezicht voedsel en medicijnen te kopen voor de bevolking. De strafmaatregels zouden worden opgeheven als Irak vrij zou zijn van kernwapens en van massavernietigingswapens.
Dat de Britse regering een andere benadering van de Verenigde Naties heeft, blijkt uit het voorstel van minister Jack Straw van Buitenlandse Zaken om de wapeninspectiemissie van de Verenigde Naties, Unmovic, te laten terugkeren naar Irak om te zoeken naar massavernietigingswapens. Dat zei Straw gisteren voor de BBC-radio.
De vluchtelingenorganisatie UNHCR bereidt de terugkeer een half miljoen gevluchte Irakezen voor, maar zegt dat het daarvoor nu nog te vroeg is. „Als het politieke klimaat goed is en we een omgeving zien die gunstig is voor vrijwillige terugkeer -en ik moet benadrukken dat we daar nog ver vandaan zijn- wil de UNHCR er klaar voor zijn”, zei woordvoerder Ron Redmond vrijdag. De UNHCR heeft zich de afgelopen tijd vooral voorbereid op een vluchtelingenstroom vanuit Irak tijdens de oorlog, maar er is slechts een handvol mensen de grens over gegaan.
Volgens de UNHCR zullen naar schatting 165.000 Iraakse vluchtelingen die in Iran en andere buurlanden van Irak wonen uiteindelijk naar huis terugkeren, samen met zo’n 240.000 landgenoten die geen officiële vluchtelingenstatus hebben. Zij wonen vooral in Jordanië en Syrië. Uit andere landen zouden ongeveer 60.000 asielzoekers komen. Verder worden 25.000 van de 183.000 andere Irakezen die ook in het buitenland wonen terugverwacht.
De UNHCR steunt alleen terugkerende vluchtelingen als duidelijk is dat zij fysiek, materieel en juridisch veilig zullen zijn in hun vaderland. De VN-organisatie vraagt regeringen vooralsnog om het terugsturen van afgewezen asielzoekers uit Irak te staken.
De uitspraken van Straw lijken in tegenspraak met die van zijn collega van Defensie Geoff Hoon. Die zei donderdag dat bij het zoeken naar massavernietingswapens in Irak slechts een bijrol voor de VN-wapeninspecteurs is weggelegd. Dinsdag zei de Amerikaanse ambassadeur bij de VN, John Negroponte, dat zijn land en Groot-Brittannië voorlopig zelf de verantwoordelijkheid willen nemen voor de verdere ontwapening van Irak.
Een Iraaks onderwijssysteem weer op poten zetten zal een van de grootste uitdagingen zijn van de komende wederopbouw van het land. Volgens het VN-kinderfonds Unicef is het nu cruciaal om de Iraakse kinderen weer zo snel mogelijk in de schoolbanken te krijgen. In een klein deel van Irak is dat al gelukt, maar zeker 3,4 miljoen Iraakse kinderen zitten thuis.
Het Iraakse onderwijsstelsel behoorde ooit tot de beste in de Arabische wereld. De oorlogen in de afgelopen twee decennia, twaalf jaar internationale sancties en een gebrekkig management hebben het Iraakse onderwijs teruggeworpen tot een discutabel niveau. Sinds 1985 zijn er bovendien geen nieuwe scholen meer gebouwd, terwijl de bevolking met meer dan de helft toenam.
Volgens Unicef moeten er zeker 5000 scholen worden gebouwd. Circa 6000 bestaande scholen moeten dringend worden hersteld. Al voor de jongste oorlog ging overigens een op de vier kinderen al niet naar school, vooral meisjes. Tijdens het huidige conflict zijn talrijke scholen ook nog eens geplunderd. Enkele schoolgebouwen zijn gebruikt voor de opslag van munitie.
Het VN-kinderfonds wil met extra hulp nu bewerkstelligen dat de Iraakse kinderen toch weer snel naar school kunnen. De organisatie kan noodmaterialen leveren. Waterputten en toiletten zullen met spoed worden hersteld. Ook wil Unicef psycho-sociale ondersteuning bieden aan kinderen met oorlogstrauma’s.
De internationaal directeur van Unicef, Carol Bellamy, waarschuwde er vrijdag voor dat de terugkeer van de schoolkinderen niet afhankelijk moet worden gemaakt van de invoering van een nieuw en moderner lesprogramma. Het huidige curriculum is weliswaar twintig jaar oud, maar wachten op aanpassing zal betekenen dat de meeste kinderen pas in september weer naar school kunnen.
In enkele plaatsen in Noord- en Zuid-Irak zijn scholen al min of meer heropend. Circa 15 procent van alle kinderen gaat intussen weer naar de basisschool, maar de meesten krijgen nu geen onderwijs. In Bagdad zijn alle scholen nog dicht.