Commentaar: Kerk op pioniersplek
Ds. R. Visser, predikant in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), is als missionair predikant namens de Protestantse Kerk bevestigd in de wijk IJburg in Amsterdam. In die wijk wonen straks zo’n 15.000 mensen. Vanzelfsprekend wordt de wijk uitgerust met alle voorzieningen die een modern stadsmens nodig heeft, of denkt te hebben. Zo telt IJburg straks bijvoorbeeld maar liefst 29 kinderopvangplaatsen. Maar voor een kerkgebouw konden de planologen geen plaats maken. Ds. Visser moet in een gehuurd zaaltje alles letterlijk vanaf de grond opbouwen.
Decennia geleden werd de Bijlmermeer in Amsterdam gebouwd als nieuwe stadswijk waarin geen plaats was voor een kerk. Het bleek een grote vergissing. In de jaren negentig kerkten veel bewoners van allochtone afkomst zelfs in parkeergarages. Met de komst van het verzamelkerkgebouw de Nieuwe Stad, eigendom van vier kerkgenootschappen, werd eindelijk in een grote leemte voorzien.
Het mag opvallend genoemd worden dat ds. Visser, die zichzelf zeker niet als een traditionele, orthodoxe predikant omschrijft, Apeldoorn verruilde voor een nieuwbouwwijk in Amsterdam. Dat de kerk een missionaire taak heeft in de wereld is voor veel kerkleden die zich meer tot de middenorthodoxe of zelfs vrijzinnige stroming in de kerken rekenen niet vanzelfsprekend. Toch zegt ds. Visser vandaag in deze krant dat hij in IJburg wil werken vanuit de Bijbel. „We hebben een Woord voor de wereld”, aldus de predikant.
Hier raakt ds. Visser een cruciaal punt. Het is namelijk, in het algemeen gesproken, van groot belang in hoeverre dat Woord centraal staat bij het missionaire werk dat door kerken gedaan wordt. Vanuit de veiligheid van een bloeiende orthodoxe gemeente is het altijd makkelijk om commentaar te leveren op het werk van mensen die op vooruitgeschoven posten in de maatschappij staan. Dat moet bescheiden maken.
Tegelijk kan de kerk nooit alleen genoegen nemen met het verrichten van maatschappelijk werk. Zéker heeft de kerk een oor voor de wereld. Kerkelijk werkers en predikanten moeten naast de mensen gaan staan. In hun nood, hun verdriet, hun vragen, hun verlegenheid. Er moet geluisterd worden, ook naar eventuele kritiek op de kerk. Maar daar kan het niet bij blijven. Het Woord van God moet aan het woord komen. Dat mag op een andere manier dan in een traditionele situatie. Maar als de Bijbel ten principale dichtblijft, onderscheidt missionair werk zich in niets van maatschappelijk werk. Dan wordt de predikant een maatschappelijk werker die alleen maar vragen stelt en luistert.
Traditionele gemeenten en kerkelijk werkers op zogenoemde pioniersplekken kunnen op dit gebied trouwens zeker van elkaar leren. Predikanten en ouderlingen moeten niet vergeten dat er geluisterd moet worden, voordat er gesproken kan worden. Missionaire werkers die proberen de kerk present te stellen in een volstrekt onkerkelijke omgeving moeten niet vergeten dat er naast het oor ook het Woord is. Dat mag nooit dichtblijven. Want dan verzaakt de kerk, hoe goed het werk dat gedaan wordt op zich ook is, ten diepste haar roeping.