De groep is ingesteld door ongeveer veertig milieuministers. Zij proberen voortgang te boeken voor de komende klimaattop, die begin december plaatsheeft in de Mexicaanse plaats Cancun.

Het klimaatgeld is één van de hete hangijzers van de klimaatonderhandelingen. De Europese Unie heeft vorig jaar vastgesteld dat Westerse landen op termijn jaarlijks 100 miljard dollar moeten opbrengen voor klimaatbeleid in ontwikkelingslanden.

Dat geld zal deels via bestaande internationale instanties als de Wereldbank gaan lopen. Maar ook rechtstreeks van geldschieter naar ontvangend ontwikkelingsland, of via het nieuwe - nog te vormen - Groene klimaatfonds. Hoe met al deze stromen te komen tot eerlijke verdeling en trefzekere besteding van het geld, is onderwerp van gesprek in de door Nederland geleide werkgroep.

Binnen de klimaatonderhandelingen is Nederland een actieve deelnemer aan de gesprekken over het klimaatgeld. Zo presenteerde Huizinga onlangs een website waarop de besteding van het eind vorig jaar in Kopenhagen toegezegde geld is te zien is. Steeds meer landen sluiten zich aan. Vorige week hebben Japan en de Verenigde Staten toegezegd hun gegevens op de site te openbaren.

In haar brief aan de Kamer zegt Huizinga dat de mondiale onderhandelingen over een klimaatverdrag „moeizaam verlopen”. Landen verschillen van mening over de precieze uitkomst van de komende klimaattop in Cancun. Nederland zet in op het nemen van een aantal inhoudelijke besluiten over onderwerpen die deel uitmaken van de klimaatonderhandelingen. Eén daarvan zou de organisatie van het geld kunnen zijn.