„Strijdt om in te gaan door de enge poort…”

Met wat voor reden de Heiland deze spreuk geuit heeft, is uit de voorgaande woorden af te leiden. Hij deed dat om te kennen te geven dat er weinigen in getal zijn die zalig worden en velen die verloren gaan. Er was immers iemand die deze vraag aan de Heere Jezus gesteld had: „Heere, zijn er ook weinigen, die zalig worden?” (vers 12).

Daarop antwoordt de Heere dat er maar weinigen waren die zalig zouden worden en Hij geeft ook een reden aan waarom er maar weinigen waren. „Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen, zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen…” Daarmee geeft Hij duidelijk te kennen dat er niet veel mensen waren die zalig zouden worden. Dit is de reden die de Heere Jezus in onze harten zoekt in te drukken als Hij zo vele malen herhaalt: „Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.” Ook zegt Hij bij herhaling: Wijd en breed is de weg die naar het verderf leidt.

Dit stelt Jesaja ons voor ogen met een zeer duidelijke, evenwel verschrikkelijke gelijkenis in Jesaja 24:13 en 14. Hij beschrijft dat men druiven naleest als de wijnoogst over is. Dat wil zeggen dat er dan zeer weinig zijn. Wie zou niet beven?

Thomas Tymme, 
predikant in Engeland

(”Een zilveren poortklok”, 1635)