Toyota gaat plug-in hybride auto’s testen
PARIJS (ANP) – Toyota gaat de komende drie jaar voor het eerst in de praktijk zogeheten plug-in hybride auto’s testen. Dat zijn hybride auto’s die aan een stopcontact oplaadbaar zijn. Prins Maurits van Oranje gaf als voorzitter van het Formule E-Team donderdag op de autosalon van Parijs het officiële startsein voor de test.
In Nederland gaan elf van deze testauto’s de weg op. Het doel is om te kijken of in de praktijk gebruiksgemak, actieradius, techniek en kosten aansluiten bij de verwachtingen en wensen van de gebruikers. Wereldwijd gaat Toyota met zeshonderd proefauto’s de weg op.
De auto’s hebben de Toyota Prius als basis. Het verschil met een gewone Prius is dat de testauto een lithium-ion-batterij aan boord heeft waarmee hij met een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur tot 20 kilometer ver volledig elektrisch kan rijden. Is de batterij leeg of gaat de bestuurder sneller dan 100 kilometer per uur, dan rijdt de auto als elke normale hybride auto. Opladen van de batterij kan aan elk normaal stopcontact en duurt maximaal 90 minuten.
De plug-in hybride technologie combineert de voordelen van een hybride auto met die van een volledig elektrische auto. Dat betekent dat de bestuurder niet alleen in de stad maar ook op buitenwegen en snelwegen volledig elektrisch kan rijden. De testauto heeft een gangbare actieradius en een normaal snelheidsbereik. Volgens Toyota zou de auto bij uitstek geschikt kunnen zijn voor het meeste woon-werkverkeer in Nederland, aangezien 69 procent van de Nederlandse werknemers binnen 18 kilometer van zijn werk woont.
Aan het proefproject van Toyota nemen verder Rijkswaterstaat, netbeheerder Stedin, afvaldienstverlener Van Gansewinkel, postbedrijf TNT, vervoerder Roteb en energiemaatschappij Eneco deel. Het Formule E-Team is ingesteld door de ministeries van Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat om betaalbaar en betrouwbaar elektrisch rijden in de komende jaren voor iedereen toegankelijk te maken. Daarin werken bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid samen.