Het comité is belast met onderzoek naar de Israëlische aanval op het schip de Mavi Marmara. Het concludeerde afgelopen week al dat er voldoende bewijzen zijn die vervolging van Israël rechtvaardigen wegens moord en marteling, gepleegd bij de bestorming van het schip. Daardoor werden negen Turkse opvarenden gedood. Zes van hen zijn volgens de commissie standrechtelijke geëxecuteerd.

Voor het ICC zich op een zaak werpt, moeten er aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Commissielid Desmond de Silva, zei dat aan die voorwaarden is voldaan, mede omdat het schip van een Turkse instelling onder de vlag van de Comoren voer. De Comoren zijn partij bij het ICC en daarom heeft dat strafhof via de Comoren jurisdictie over de zaak van de Mavi Marmara.

Het van oorsprong Turkse schip is van een Turkse charitatieve instelling, maar werd kort voor de reis naar de Gazastrook onder de vlag van de Comoren ondergebracht. De Gazastrook wordt door Israël sinds halverwege 2007 vrijwel belegerd.

De Verenigde Staten hebben in Genève het rapport van dit comité als partijdig en onevenwichtig afgedaan. De conclusies moeten volgens de Europese Unie worden overhandigd aan een andere commissie die de aanval op de Mavi Marmara onderzoekt. Dat is een door VN-chef Ban Ki-moon ingestelde internationale onderzoekscommissie.