Verdachte genocide Rwanda ontkent
DEN HAAG (ANP) – Yvonne N. ontkent in „alle toonaarden” dat ze enige betrokkenheid heeft gehad bij de volkerenmoord in Rwanda in 1994. Dat zegt haar advocaat Victor Koppe. Verder wil hij nog niet ingaan op de zaak.
Maandag moet de 63-jarige vrouw voor het eerst in het openbaar voor de rechtbank in Den Haag verschijnen. De zaak wordt nog niet inhoudelijk behandeld, maar de rechtbank zal vooral kijken of het voorarrest van de vrouw moet worden verlengd.
De nationale recherche arresteerde Yvonne N. in juni in het Limburgse Reuver voor haar vermoedelijke betrokkenheid bij de genocide in Rwanda. De vrouw kwam in 1998 naar Nederland om met haar gezin te worden herenigd. Sinds 2004 heeft ze de Nederlandse nationaliteit.
Het team internationale misdrijven van de nationale recherche heeft voor het onderzoek getuigen in de Rwandese hoofdstad Kigali ondervraagd. Dat was in 1994 de woonplaats van N. Het Openbaar Ministerie vermoedt dat ze deel heeft uitgemaakt van Hutu-extremisten tijdens de toen gevoerde burgeroorlog.
Het landelijke parket van het OM denkt dat de vrouw mogelijk een van de drijvende krachten is geweest achter een groepje jonge mannen, dat jacht maakte op Tutsi’s en gematigde Hutu’s. Ook wordt ze verdacht van nauwe betrokkenheid bij de moord op een vluchteling in de woning die tegenover die van haar stond.
In 1994 werden in Rwanda in een periode van honderd dagen meer dan 800.000 Tutsi’s en Hutu-tegenstanders van het toenmalige regime vermoord. De volkerenmoord werd uitgelokt, aangewakkerd en mogelijk gemaakt door de toenmalige politieke, militaire en zakelijke elite.
Eén keer eerder werd al een verdachte in Nederland veroordeeld in verband met de volkerenmoord in Rwanda. De rechtbank in Den Haag legde Joseph M. in maart 2009 twintig jaar cel op voor foltering tijdens de genocide in 1994. In een aantal gevallen leidde de foltering tot de dood van de slachtoffers.