Zijn dochter doet het ook
Iemand die vorige week via de BBC het bezoek van de paus aan Groot-Brittannië had gevolgd, was opgevallen hoe stijlvol alles er toeging. Zowel de ceremoniële plechtigheden als het gedrag van belangstellenden getuigden van een grote discipline. Het geheel ademde een buitengewoon waardige sfeer. Af en toe liet de BBC toeschouwers aan het woord en ook dat was een genoegen. Mensen reageerden beschaafd en hun woordgebruik was van een prettig niveau. Kortom, het was voor de persoon in kwestie een genot om mee te maken.
De onvermijdelijke vraag is hoe een dergelijk bezoek in Nederland zou zijn verlopen. Daarvoor hoef ik alleen maar het laatste pausbezoek in 1985 in herinnering te roepen. De demonstraties en protesten waren niet van de lucht en de antireligieuze sentimenten vierden hoogtij in de media. Wekenlang werd er een platvloerse hetze gevoerd. De paus moest vooral van Nederland onthouden dat we hem een enorme sukkel vonden die leidinggaf aan een achterlijke kerk die zich diende aan te passen aan deze tijd en anders moest hij maar thuisblijven. Wij als gidsland voor de moederkerk, zeg maar.
Nu is het verschil in uiterlijke beschaving tussen Nederland en Groot-Brittannië natuurlijk al van oude tijden. Britten staan bekend als een ingetogen volk dat hecht aan wellevendheid. Dat kom je al in vroege beschrijvingen tegen. Wie wel eens een tijdje aan de overkant van de Noordzee heeft doorgebracht, zal beamen dat veel Britten er nog steeds een zekere stijl op nahouden, al hebben ze ook hun voetbalhooligans en zich misdragende jeugd.
Met enig schaamrood op de wangen zullen wij Nederlanders moeten toegeven dat onze reputatie een andere is. Zeker, buitenlandse bezoekers hebben altijd onze properheid en ons vernuft geroemd maar als het om manieren gaat, kwamen we er nooit zo goed van af. Erg direct, tot op het botte af, zo luidde eeuwen geleden al de typering. En dat is er in de loop der tijden niet beter op geworden. Ruwe omgangsvormen en lomp gedrag tieren in dit polderlandje weliger dan ooit.
Ik heb wel eens gedacht dat de toenemende verhuftering in ons land verband houdt met de ontkerkelijking. Wie regelmatig een kerk bezoekt, krijgt daar als het goed is een spiegel voorgehouden. Het prediken van naastenliefde heeft een remmende werking op het uiten van primitieve impulsen, evenals de notie van het eenmaal afleggen van verantwoording tegenover God, zou je denken. Toen die remmingen wegvielen doordat de kerken niet meer werden bezocht, kon het alleen maar erger worden.
Er zal vast een kern van waarheid in zitten, maar er staat tegenover dat Groot-Brittannië ook een sterke ontkerkelijking heeft doorgemaakt. Toch zijn de gemanierdheid en de ingetogenheid daar redelijk intact gebleven.
In zijn nieuwste boek ”Wat een hufter” doet de sociaal onderzoeker van de VU Bas van Stokkom een poging meer klaarheid op dit punt te verschaffen. In het RD van donderdag lichtte hij het toe. In zijn boek wijst Van Stokkom er in de eerste plaats op dat asociaal gedrag zo oud is als de mensheid, maar dat het zich vooral in de lagere klassen voordeed. „Het plebs”, werd er dan neerbuigend gezegd.
Wat er volgens Van Stokkom in Nederland is misgegaan, is dat ook de middenklasse is verhufterd. Jongelui die opgegroeid zijn in een gegoed milieu, hangen na een avondje eens lekker de beest uit. Agenten die hun ouders op het ontoelaatbare gedrag van zoon- of dochterlief wijzen, moeten er rekening mee houden dat ze de wind van voren krijgen.
Hij baseert zich onder meer op onderzoek onder onderwijzers, agenten en hulpverleners. Daaruit blijkt dat juist hoger opgeleiden, de ‘kakkers’, veel irritatie wekken. Zij stellen zich denigrerend en veeleisend op.
Daarbij mag dan ook nog best even worden aangetekend dat Van Stokkom geen aartsconservatieveling is die even zijn frustraties van zich heeft willen afschrijven. Integendeel, in 1997 schreef hij nog een boek over de leuke tijden die in ons land waren aangebroken sinds de autoritaire gezagsverhoudingen waren weggevallen.
Hij moet nu deemoedig erkennen dat hij een te rooskleurig beeld schilderde. De openheid, de ongeremdheid die is ontstaan nu niemand meer bang is voor de autoriteiten, heeft ook een hoop negatieve gevolgen gehad. Er wordt geschreeuwd, voorgedrongen en er worden middelvingers opgestoken. Die verruwing is algemeen, van de politiek tot de straat.
Neem grof taalgebruik. Van Stokkom constateert dat het onder jonge meisjes normaal is geworden om als stopwoord de eigen genitaliën te noemen, zelfs om de andere zin. „Mijn dochter doet het ook”, biechtte hij ergens in een interview op.
Onmiskenbaar heeft hij daarmee een punt. De politiek, zijn dochter, de middenklasse, ja zelfs de elite is in een morele crisis beland. In Nederland is het verheffingsideaal weg, analyseerde de historicus James Kennedy. Of, zoals al vaker is opgemerkt: de voorbeeldfiguren ontbreken, op geestelijk, maatschappelijk en politiek terrein. Als we niet oppassen, is het resultaat een samenleving van alleen maar ”ikken”.