Consument

Het einde van de audiotour

Kun je echt brand krijgen als er glas in de vensterbank staat? En hoe ver vul je een wijnglas volgens de regels der etiquette? Het Leerdamse Glasmuseum laat het bezoekers horen én zien. Met een iPod.

24 September 2010 18:28Gewijzigd op 14 November 2020 11:54
Foto RD, Anton Dommerholt
Foto RD, Anton Dommerholt

Iets meer dan een minuut, meer tijd heeft de baliemedewerkster van het museum niet nodig. Daarna is bijna elke bezoeker in staat om met een paar tikjes van de wijsvinger foto’s en filmfragmenten op het scherm te toveren. Digibeten incluis.

De iPod –de moderne tegenhanger van de klassieke audiotour– geeft het museumbezoek een extra dimensie. Kleine icoontjes tussen het tentoongestelde glaswerk fungeren als wegwijzer. Een thema kiezen of een nummer intoetsen met behulp van de cijfers op het aanraakscherm is voldoende om een schat aan informatie te ontsluiten.

Neem het Gildeglas, een praktisch wijnglas dat in 1930 is uitgedacht door ontwerper A. D. Copier. Het succesnummer –sinds 1958 ook machinaal vervaardigd– rolt in de naastgelegen glasfabriek nog dagelijks in duizendvoud van de band.

Normaal gesproken is het kijken en langzaam verder schuifelen, maar nu blijven de meeste mensen een poosje staan. Om te luisteren naar de persoonlijke ervaring van een man die een Gildeservies erfde van een oudoom. Sinds die tijd schenkt hij zijn wijn bij voorkeur in een antiek handgeblazen glas. Hij ziet maar één nadeel: „De maatvoering is wel erg verouderd. Dat heb ik opgelost door witte wijn te schenken in een glas voor rode wijn en rode wijn in een bourgogneglas.”

Niet vreemd dat de wijnliefhebber met de destijds gangbare glasgrootte slecht uit de voeten kan, doceert een verkoopster. „Een goed glas is zo groot dat het slechts tot een derde of hooguit de helft gevuld hoeft te worden.”

Het antieke Gildeservies is een mooi voorbeeld van een museumstuk dat de mogelijkheden van de mediaspeler ten volle uitbuit. Een filmpje –op een klein maar messcherp beeldscherm– gunt een blik op de lopende band van de glasfabriek. De eerder genoemde erfgenaam en de verkoopster houden bezoekers met leuke weetjes bij de les.

Vaak echter blijft de beschrijving beperkt tot informatie over de ontwerper, een jaartal en wat foto’s. Uitvoerend projectmedewerker Saskia Waterman erkent dat. Ook zij zou graag een uitbreiding zien van de geluids- en filmfragmenten.

Achter de schermen wordt hard gewerkt aan uitbreiding van de applicatie, voor zover de financiën dat toelaten. Waterman: „In de toekomst willen we werktekeningen toevoegen. Ook ligt er veel historisch filmmateriaal bij omroepen, maar daar rusten rechten op. Volgens de huidige regels kost gebruik daarvan te veel.”

Desondanks is het Glasmuseum creatief genoeg om leuk filmmateriaal te verzamelen. „We hebben een stagiair met een camera op pad gestuurd.” Die is onder andere langs geweest bij Leerdamse brandweerman Johan den Hertog, die uitlegt hoe een glazen bol in de vensterbank als brandglas kan fungeren.

Het is opvallend druk in het museum, dat in juni na een langdurige verbouwing de deuren opende. Waterman schat dat bijna de helft van de bezoekers –van wie een groot deel de vijftig is gepasseerd– een iPod meeneemt. „Slechts een enkeling brengt hem al snel terug. Onbekendheid met een touchscreen is dan vaak het probleem.”

Wie doorgaat, bekijkt met andere ogen de vitrines vol hoogtepunten die de afgelopen eeuw de Leerdamse glasfabriek verlieten. Veel aandacht is er voor bekende ontwerpers als A. D Copier, H. P. Berlage en F. Meydam. Laatstgenoemde –inmiddels bejaarde– glaskunstenaar vertelt enthousiast hoe een ontwerp voor zijn ogen ontstaat. Even aanstekelijk vertelt hij over de tijd dat de fabriek laboratoriumglas vervaardigt en hij daar een kunstzinnige draai aan mag geven. In de tentoonstelling ”De 90 van Meydam” staat een stuk uit 1958, geblazen voor de Wereldtentoonstelling in Brussel. Knap werk, al zal geen wetenschapper weten wat hij met dit glaswerk moet aanvangen.

www.nationaalglasmuseum.nl


Museum 2.0

Het vernieuwde Glasmuseum heeft met de iPod een primeur. Eerder heeft het Van Gogh Museum in Amsterdam een iPodapplicatie gemaakt bij de tentoonstelling ”De brieven van Van Gogh”, maar van structureel gebruik is geen sprake.

In het buitenland ging slechts een handvol musea ze voor, maar volgens projectmedewerker Saskia Waterman is dat een kwestie van tijd. „Er gaat geen congres voorbij of de iPod komt ter sprake.”

De mogelijkheden van de populaire multimediaspeler zijn dan ook groot. Film, foto’s, tekeningen, geluidsfragmenten, alles staat keurig gerangschikt en is eenvoudig te doorzoeken. Bezoekers kunnen zo diep in de collectie graven als ze zelf willen. „Mensen zitten niet in het harnas van een audiotour, maar kunnen eigen interesses volgen en van onderwerp wisselen.”

Voor het Glasmuseum was de heropening van het pand de aanleiding om de iPod al in een vroeg stadium te omarmen. „We hebben een uitgebreid digitaal archief en vroegen ons af hoe we die gegevens zo goed mogelijk konden ontsluiten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer