„Het is niet gegaan volgens de verleende ontgrondingsvergunningen”, zei Van de Pol donderdag in Den Haag.

De paardenfokker, die in de uiterwaarden aan weerszijden van de Neder-Rijn zijn bedrijfsareaal heeft, beschouwt de zuidoever als vrijwel verloren. Bij hoog water zal het gebied drassig worden, waardoor zijn fokpaarden er niet meer kunnen lopen. „Als we schade hebben, dienen we bij de provincie een claim in”, zei Van de Pols juridisch adviseur.

De paardenfokker wees de Raad van State erop dat de provincie altijd heeft gegarandeerd dat de afgegraven grond niet uit het gebied zou worden afgevoerd. Dat is toch gebeurd. Ook is in de door Van de Pol gepachte zuidoever een geul van 4 meter diep gegraven voor het opvangen van water. „Vier meter diep is gigantisch. Dat geeft kweldruk, waardoor de grond drassig wordt. En het is nog gevaarlijk ook”, zegt Van de Pol. Onlangs moest hij van de rechtbank zijn paarden van de zuidoever verwijderen.

Een woordvoerder van de provincie zei dat er veel grond is afgevoerd om de doorstroming van het rivierwater te verbeteren. De afgevoerde grond was eigenlijk bedoeld voor twee hoogwatervluchtplaatsen op de noordoever van de Neder-Rijn, maar die werden niet aangelegd.

De Raad van State doet binnen enkele weken uitspraak.