Kamerleden: rotatie EU-voorzitterschap komt ten einde
Nederlandse parlementariërs die meepraten over de toekomst van Europa denken dat het roterend voorzitterschap van de EU voor telkens een halfjaar niet langer te hanteren is.
Zij zien meer in een vaste voorzitter voor de Europese toppen van regeringsleiders, die elke drie maanden in Brussel moeten plaatsvinden. Daarmee gaan zij in tegen het standpunt van de Nederlandse regering. Deze voorzitter zou wel een regeringsleider zelf moeten zijn, die voor twee of 2,5 jaar zijn taak vervult.
Dat stelden de senatoren Van der Linden (CDA) en Van Eekelen (VVD) en PvdA-Tweede-Kamerlid Timmermans donderdag voorafgaand aan overleg van de Europese Conventie, die EU-hervormingen voorbereidt. Het drietal Nederlandse conventieleden geeft daarmee deels toe aan de Franse ex-president Giscard d’Estaing. Als conventievoorzitter pleit hij voor een vaste EU-president, die weliswaar van buitenaf moet komen. De Nederlandse regering is samen met zes kleine andere EU-lidstaten mordicus tegen dit voorstel. Zij willen per se het voorzitterschap per toerbeurt van een halfjaar voor elke lidstaat handhaven.