Afrikaanse leeuwen komen in beweging
APELDOORN – Het gaat goed met Afrika. Afrikaanse landen zijn economisch gezien „leeuwen in beweging”, constateert een recent uitgebracht rapport. Oud-Wereldbanktopman Robert Calderisi plaats echter kanttekeningen. „Het is onzin om Afrika te vergelijken met economische zwaargewichten als Brazilië en Rusland.”
Het afropessimisme sterft een langzame dood, constateerde het Franse dagblad Le Monde vorige week opgetogen. Rapport na rapport laat zien dat de Afrikaanse economie het goed doet en „dat Afrika een continent is geworden van mogelijkheden die een snelle ontwikkeling beloven.” Weg, sombere verhalen.
Instellingen als het Internationiaal Monetair Fonds, de Wereldbank en zakenbank Goldman Sachs constateren inderdaad al enige jaren economische groei in Afrika. De precieze cijfers die ze noemen, variëren, maar het komt neer op een groeicijfer van om en nabij de 5 procent per jaar sinds 2000, met een dip in 2009. Afrikaanse landen zijn „leeuwen in beweging”, stelde onderzoeksbureau McKinsey Global Institute in een vorige week gepresenteerd rapport over Afrika.
Veelzeggend is ook de titel van een recent uitgekomen boek over de toekomst van het continent van Jean-Michel Severino, oud-directeur van het Franse ontwikkelingsagentschap: ”Le temps de l’Afrique” (”Het Afrikaanse tijdperk”). „Afrika is op weg naar rijkdom”, voorspelt Severino (evenals medeauteur Oliver Ray) in het boek. Voor Severino is het duidelijk dat de 21e eeuw „de eeuw van Afrika” wordt.
Onderzoeksbureau McKinsey wijst de suggestie van de hand dat de groei op het continent alleen maar te danken zou zijn aan de grote afname van grondstoffen door China. „Aantoonbaar belangrijker zijn de inspanningen van regeringen om politieke conflicten te beëindigen, macro-economische condities te verbeteren en een beter handelsklimaat te creëren”, stelt het rapport. McKinsey wijst erop dat het collectieve nationiaal product van Afrika in 2008 ruwweg gelijk was aan dat van Brazilië of Rusland.
„Onzin”, noemt oud-Wereldbanktopman Robert Calderisi dergelijke vergelijkingen echter. „Ik ontken niet dat er belangrijke dingen aan het veranderen zijn, maar Afrika is niet één natie. De economie, cultuur en politiek verschillen sterk per land. Dus is het flauwekul om te stellen dat Afrika een BRIC, ofwel een economisch zwaargewicht zoals Brazilië, Rusland, India of China, wordt.”
Calderisi, decennialang actief in het ontwikkelingswerk en onder meer de hoogste vertegenwoordiger voor de Wereldbank in West-Afrika, staat nog niet te juichen bij de ontwikkelingen in Afrika. „Sommige landen laten inderdaad vooruitgang zien. Maar de waarheid is dat het met bijvoorbeeld de politieke vrijheid in Afrika het laatste jaar niet vooruit is gegaan. En dat een kwart van de kinderen nog altijd geen onderwijs volgt en dat het bestaande onderwijs vaak middelmatig is. Bovendien stagneert de agrarische sector.”
Volgens Calderisi kan er van substantiële vooruitgang in Afrika geen sprake zijn zolang het onderwijs en de agrarische sector achterblijven. „Dat zijn naar mijn idee de twee enige dingen die er in Afrika werkelijk toe doen.”
Deze week is de internationale gemeenschap bijeen om te spreken over de millenniumdoelstellingen. Kunnen die de komende vijf jaar de nodige vooruitgang bewerkstelligen?
„Ik geloof niet dat een drastische vermeerdering van de hulp in de komende vijf jaar veel verschil kan maken om de millenniumdoelstellingen te halen. Wat is er zo magisch aan de komende vijf jaar in vergelijking met de afgelopen vijf?
Mijn voorstel zou zijn om de meeste millenniumdoelstellingen de komende vijf jaar tussen haakjes te zetten en te focussen op onderwijs en de agrarische sector. Dat gaat dan inderdaad wel ten koste van de andere doelen.”
U staat bekend als hulpkritisch.
„Ik geloof in buitenlandse hulp, maar het moet geen doel op zich worden. Instituties, de politiek en individueel initiatief zijn vele malen belangrijker voor de ontwikkeling van een land.”
In uw boek ”The trouble with Africa”, uit 2007, schrijft u dat Uganda, Ghana, Tanzania, Mozambique en Mali de enige vijf landen in Afrika zijn die directe hulp kunnen ontvangen vanwege een redelijk bestuur. Zou u nog steeds dezelfde landen noemen?
„Er is van alles op deze landen aan te merken, maar als ik het in een langduriger perspectief zet, denk ik dat alle vijf landen de test nog steeds doorstaan. Ik zou denk ik Rwanda, Zambia en Benin toevoegen, hoewel ik me ervan bewust ben dat de politieke situatie in Rwanda niet het meest open is.”