„Innovatie-uitgaven Azië straks hoger dan VS”
NEW YORK (ANP) – China, Japan en Zuid-Korea geven al sinds 2005 gezamenlijk meer geld uit aan innovatie dan de landen in de Europese Unie samen en streven binnen enkele jaren ook de Verenigde Staten daarin voorbij. Dat schrijft zakenbank Goldman Sachs in een rapport dat dinsdag is uitgekomen.
Nu zijn de VS nog de onbetwiste leider wat betreft uitgaven aan Onderzoek en Ontwikkeling (Research and Development, R&D), met bestedingen van circa 325 miljard dollar per jaar. Van de individuele landen staat Japan tweede met 123 miljard dollar.
China staat op de derde plaats met 100 miljard dollar. Mits de Chinese economie in hetzelfde tempo blijft groeien, zullen de bestedingen binnen tien jaar kunnen stijgen tot 300 miljard. De Chinese regering heeft als doel om tegen 2020 2,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan R&D.
De R&D-uitgaven in China, Japan en Zuid-Korea als percentage van het bbp zijn de afgelopen jaren veel sterker gestegen dan in de VS. China gaf in 1997 nauwelijks 0,5 procent van het bbp uit aan R&D. Nu is dat ruim 1,5 procent. De VS gingen in deze periode van circa 2,5 naar 2,6 procent.
De motor achter R&D-financiering, vooral in de opkomende landen, is de industrie. In China is nu circa 70 procent van de uitgaven afkomstig van het bedrijfsleven. In de VS is dat 66 procent, aldus Goldman Sachs. Dat aandeel neemt in de ontwikkelde landen af en groeit in de opkomende markten.
De 27 lidstaten van de Europese Unie geven gezamenlijk ruim 200 miljard dollar uit aan innovatie. Dat bedrag groeit minder hard dan de uitgaven van de Aziatische ‘tijgers’. Circa 50 procent van de Europese R&D-uitgaven wordt gefinancierd door het bedrijfsleven.
Goldman Sachs zet de ontwikkelingen in de besteding aan R&D naast de wereldwijde veranderingen in het onderwijs. Een steeds groter aantal mensen studeert in landen met een opkomende economie. In de VS is een steeds groter aantal afgestudeerden afkomstig uit het buitenland. De zakenbank adviseert de gevestigde economieën dan ook goed te kijken naar het immigratie- en onderwijsbeleid en dat af te stemmen op de behoeften van het bedrijfsleven in de komende jaren.