Hogere beloning voor Shell-top
De topfunctionarissen bij het Nederlands/ Britse olieconcern Koninklijke Shell Groep kunnen hun beloning de komende jaren fors opschroeven door goede prestaties te leveren.
De aandeelhouders gingen gisteren in overgrote meerderheid akkoord met de nieuwe bonusregeling. De afgelopen weken waren er berichten dat de regeling op bezwaren stuitte bij verschillende aandeelhouders.
De bonus wordt vastgesteld op basis van prestaties over een periode van drie jaar en kan oplopen tot een verdubbeling van het basissalaris uitgekeerd in aandelen. Commissaris A. Loudon van Koninklijke Olie erkende op de jaarvergadering in Den Haag dat de „timing” van het bonusvoorstel „niet erg gelukkig is, gezien de huidige economische omstandigheden.”
Maar Shell is volgens Loudon, die tevens voorzitter is van de bezoldigingscommissie van de groep, tot nu toe altijd behoudend geweest in de beloning van zijn topfunctionarissen. Daardoor is er een kloof ontstaan in de bezoldiging van Shell-topmanagers en die bij de concurrentie. „Een gedeelte van die achterstand lopen we nu in”, aldus Loudon.
Kritiek vanuit de zaal werd onder anderen geleverd door directeur P. de Vries van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). Hij zei de bonusregeling niet gepast te vinden in de huidige periode waarin banen worden geschrapt en het personeelsbestand wordt ingekrompen, terwijl ook beleggers hun aandelen in waarde zagen verminderen.
De Vries had berekend dat de totale beloning van president-directeur J. van der Veer van Koninklijke Olie over de afgelopen twee jaar met 80 procent is gestegen. „Ik ben geen extreme socialist, maar een meer normale loonontwikkeling lijkt mij redelijker.”
Topman Van der Veer verdiende vorig jaar in totaal 2,2 miljoen euro. Hij zei na afloop van de aandeelhoudersvergadering zich te realiseren dat het bij de nieuwe regeling naar Nederlandse verhoudingen om heel veel geld gaat. „Maar een beloningssysteem voor alle topmanagers van Shell behalve voor de Nederlanders is niet mogelijk”, aldus Van der Veer.
De overgrote meerderheid van de aandeelhouders stemde ook in met de benoeming van oud-premier Kok tot lid van de raad van commissarissen bij Koninklijke Olie. Er was wel wat protest vanuit de zaal. Een oud-werknemer van Shell sprak van een „aanfluiting” omdat Kok vooral als oud-vakbondsman „zo veel drempels heeft opgeworpen tegen een integer concern als Shell.”
De penningmeester van de LPF in Friesland, G. Benedictus, liet zich niet horen op de aandeelhoudersvergadering. Hij had zich eerder gemeld als voorman van een groep particulieren die ageerde tegen de benoeming van de voormalige PvdA-leider. Vooral omdat deze in 1991 een benzineaccijns -het kwartje van Kok- heeft ingevoerd.
Kok, die in de jaren negentig uithaalde naar topbestuurders die zich volgens hem via optieregelingen schuldig hadden gemaakt aan zelfverrijking, was zelf niet aanwezig op de aandeelhoudersvergadering. De oud-premier werd eerder benoemd tot commissaris bij TPG en ING.